“Ik ben min of meer toevallig bij de anti-apartheidsbeweging terecht gekomen. Ik had me bijvoorbeeld ook kunnen aansluiten bij protesten tegen de Vietnam-oorlog. Maar het anti-imperialisme sprak me aan en ook de strijd tegen racisme. Ik deed met name coördinerende activiteiten en hield me bezig met steun aan politieke gevangenen.
Als anti-apartheidsbeweging hadden we drie strategieën: boycotacties, waarmee we de druk op regeringen opvoerden door middel van sancties; humanitaire steun aan het ANC, zoals opvang van politieke vluchtelingen naar buurlanden; en steun aan de ondergrondse verzetsradio Radio Freedom (dat werd uitgezonden vanuit omringende landen in zuidelijk Afrika –red).
Aan dat laatste leverde vooral Nederland de belangrijkste steun. Dat kwam door Omroep Radio Freedom, een stichting in Hilversum waarbij bekende radio- en televisiepersoonlijkheden zoals Karel Roskam betrokken waren. Radio Freedom werd wel vergeleken met Radio Oranje, want het werd opgericht toen het ANC al verboden was. Onze steun bestond er bijvoorbeeld uit dat de uitzendingen vanuit Angola een groter bereik kregen.
Het is moeilijk te zeggen welk van deze acties de grootste impact heeft gehad. Boycots hebben ongetwijfeld een zeer belangrijke bijdrage geleverd. Ook als ze uiteindelijk niet succesvol bleken, brachten ze wel een discussie op gang. Maar er zijn niet veel situaties waarin het goed werkt. Wij konden meeliften op de wereldwijde afwijzing van de apartheid.
De steun aan het ANC, vergelijkbaar met ActionAid’s steun aan lokale organisaties, is ongetwijfeld ook van groot belang geweest. Daarbij richtten wij ons op steun aan specifieke projecten, zoals onderwijs- of vrouwenactiviteiten, en die koppelden we aan soortgelijke sectoren in Nederland.
Dit deden we ook met media. Hoewel de invloed van Radio Freedom moeilijk te bepalen is – mensen konden er immers niet over praten – denk ik dat de rol van media gigantisch belangrijk is. In veel derdewereldlanden overheerst staatsmedia, die verbonden is met de regering of oppositiegroepen die tot de elite behoren. Radio kan van onderaf druk uitoefenen en is daarmee een belangrijk middel om veranderingen teweeg te brengen.
Ik herken veel van NiZA in het huidige ActionAid, zoals de activistische inslag en het aankaarten van onderdrukkende structuren. Ik heb veel bewondering voor mensen die tegenwoordig hun nek durven uit te steken. Activisme is tegenwoordig minder aanwezig in de samenleving, maar wel verschrikkelijk belangrijk. Ik hoop dat het feit dat de apartheid uiteindelijk is afgeschaft als inspiratie kan dienen. Verandering is mogelijk, maar het blijft mensenwerk en het is soms een kwestie van een zeer lange adem. Daarbij helpt het dat ActionAid onderdeel is van een internationale beweging – noodzakelijk en belangrijk.”