Overheden, donoren, internationale financiële instituties zoals de Wereld Bank, VN instanties en het bedrijfsleven hebben de mond vol van ‘het verbeteren van de economische positie van vrouwen’ (women’s economic empowerment). Zij zetten zich in voor de ‘business case’ voor gendergelijkheid (“investeren in gelijkheid loont”), het creëren van werkgelegenheid voor vrouwen om daarmee meer economische groei te bevorderen. Het is positief dat deze instanties gendergelijkheid op hun agenda hebben staan – maar deze aanpak zal de structurele oorzaken van genderongelijkheid en mensenrechtenschendingen die plaatsvinden in de oneerlijke mondiale economie niet raken.
Het gaat zelfs zo ver dat multinationale corporaties worden aangedragen als dé partners om te investeren in de economische positie van vrouwen. Dit terwijl vrouwen overal ter wereld vooral nog mensenrechtenschendingen ondervinden ten gevolge van de activiteiten van deze corporaties. Denk bijvoorbeeld aan landroof, vervuiling of de slechte werkomstandigheden waaronder veel vrouwen nog werken.
Het realiseren van substantiële gendergelijkheid betekent dat vrouwen hun rechten gewaarborgd moeten worden. Overheden hebben onder internationale mensenrechtenverdragen, de plicht om mensenrechtenschendingen die voortkomen uit bedrijfsactiviteiten te voorkomen en te adresseren. Helaas hebben multinationale corporaties zo veel macht en zo’n wereldwijde reikwijdte, dat overheden bijna niet in staat zijn om hier iets tegen te doen (en vaak ook niet willen). Daarom roept ActionAid, samen met partners als AWID, CIEL en FIAN, overheden op om zich in te zetten voor een feministisch bindend VN Verdrag Mensenrechten en Bedrijfsleven. Dit Verdrag moet de rechten van gemeenschappen en mensenrechtenverdedigers waarborgen en daarmee de macht van multinationale corporaties inperken. Daarbij roepen we op voor een feministisch verdrag, om ervoor te zorgen dat juist de onevenredige negatieve impact van bedrijfsactiviteiten op vrouwenrechten wordt geadresseerd.
Deze publicatie gaat in op de verschillende mensenrechtenschendingen die vrouwen ondervinden ten gevolge van bedrijfsactiviteiten, bestaande internationale wetgeving om dit te voorkomen en de noodzaak voor een feministisch bindend VN Verdrag.