Scarlin (33) is een alleenstaande moeder uit Kenia. Ze woont in de sloppenwijk Mukuru, aan de rand van Nairobi. “Vroeger ging ik langs landhuizen om huishoudelijke klusjes te doen, vertelt ze. “Kleding wassen, schoonmaken of water halen. Ik verdiende daar ongeveer 500-700 shilling (ongeveer 5 euro – red.) mee. Maar nu word ik weggejaagd door de bewakers. Ze zeggen dat de mensen voorzichtig moeten zijn. Ik weet dat covid-19 een ernstige ziekte is die zich snel verspreid. Ik hoop daarom dat alles snel weer normaal is. Ook omdat het mijn leven nog moeilijker heeft gemaakt.”
Wereldwijd werken meer dan 740 miljoen vrouwen in de zogenaamde informele sector. Het zijn onzekere banen met slechte arbeidsvoorwaarden, lage (dag)lonen en dikwijls onveilige arbeidsomstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan productiewerk, straatverkoop, huishoudelijk werk en zelfvoorzienende landbouw. Deze mensen worden niet of slecht beschermd door wetten of sociale vangnetten.
Hoewel het coronavirus grote impact heeft in het westen, staat dit in schril contrast met de armste delen van de wereld. De pandemie legt ongelijkheden genadeloos bloot, vooral de manier van werken en leven. In de informele sector vallen de eerste ontslagen. Bij gebrek aan vangnet zien deze mensen zich gedwongen om hun gezondheid te riskeren om toch brood op de plank te krijgen. Een keus die niemand zou hoeven maken.
Devi uit India werkte in een fabriek waar ze wierookstokjes rolde. Daarmee verdiende ze 1800 roepies (ongeveer 21 euro) per maand. Toen de fabriek door het coronavirus moest sluiten, raakte Devi haar baan en daarmee ook haar inkomen kwijt. Haar man trof hetzelfde lot. Nu, veertig dagen later, heeft ze grote moeite om te zorgen voor brood op de plank. “Ik stuur mijn kinderen overal naartoe voor eten, en ben bereid al het werk aan te nemen dat ik kan krijgen. Ik wil gewoon een baan. Ik ben banger dat we sterven van de honger, dan voor corona. Ik maak me vooral zorgen over mijn kinderen. Als ik hen zie lijden, dan lijd ik ook.”
Devi en haar gezin krijgen inmiddels voedselhulp van ActionAid.
ActionAid ondersteunt de meest kwetsbare mensen, zoals alleenstaande moeders en zwangere vrouwen, met voedsel en noodhulppakketten. Ook verstrekken we informatie – ook op de werkvloer – en delen we desinfecterende middelen uit. Enkele voorbeelden:
In Myanmar verspreiden we in lokale talen gezondheidsadviezen. We richten ons op vijf industriegebieden, waarmee we 150.000 textielarbeiders bereiken. Deze vrouwen kunnen ook een beroep doen op onze juridische hulpverleners als ze te maken krijgen met geweld of intimidatie.
Ook in Ghana zet ActionAid een hulpactie op, bestaande uit voedsel, zeep en andere hulpmiddelen. Daarmee willen we 48.000 mensen in twintig districten bereiken.
In India ontvangen kwetsbare gezinnen in 24 deelstaten voedsel en beschermende hulpmiddelen, zoals mondkapjes en zeep.
In Brazilië werken we samen met lokale partners aan bewustwording over het virus. Toekomstige projecten richten zich op voedselzekerheid, vrouwenrechten en veilige openbare diensten.
In Kenia helpt ActionAid vrouwen zoals Scarlin met voedsel en financiële hulp.
ActionAid werkt aan de frontlinie van de coronapandemie. We helpen verspreiding van het virus te stoppen en zo levens te redden in de armste landen ter wereld. Zo steunen we dappere vrouwengroepen bij het verspreiden van levensreddende informatie, zeep en mondkapjes. Ook verspreiden we voedselpakketten en vragen we aandacht voor het toegenomen geweld tegen vrouwen en meisjes. Jij kan helpen door vandaag nog te doneren voor mensen in nood. Help mee! >>