De AIV pleit terecht voor steun aan kwetsbare landen en groepen wereldwijd. De crisis “raakt ons in het hart en doet een klemmend beroep op onze solidariteit”, schrijft de AIV. De AIV bevestigt dat die steun aan andere landen is ook in ons eigenbelang is: “De coronacrisis is in eigen land niet voorbij zolang ze elders op de wereld voortwoekert.” Het minimale extra bedrag vanuit de Nederlandse schatkist voor korte termijn-steun aan ontwikkelingslanden om de directe impact op volksgezondheid, economie en ongelijkheid tegen te gaan komt volgens de AIV neer op 1 miljard euro. Ook pleit de AIV voor het in stand houden van de huidige begroting voor ontwikkelingssamenwerking. Dit is een belangrijk signaal; in tijden van dalend BNP staat ook het ontwikkelingsbudget onder druk. Het AIV geeft aan dat we niet kunnen toelaten dat daardoor de zwakste schakel ook relatief het hardst geraakt wordt. Ook op de middellange termijn is ontwikkelingssamenwerking broodnodig.
De AIV geeft aan dat de steun bedoeld is voor kwetsbare groepen in ontwikkelingslanden. Terecht, want juist in crisistijden is het van essentieel belang dat de al bestaande ongelijkheid niet veder versterkt wordt. Het is van groot belang dat dit advies van de AIV helder wordt uitgewerkt. Binnen de steun moet over de gehele linie oog zijn voor etnische en religieuze minderheden, inheemse volkeren, vrouwen en kinderen, ouderen, LHBTI mensen, mensen met een beperking, sloppenwijkbewoners en vluchtelingen. Inclusieve duurzame ontwikkeling is per definitie politiek. Onze steun moet ervoor zorgen dat mensen aan de randen van de macht een stem hebben om inclusieve ontwikkeling te bespoedigen. Juist in een crisissituatie komt die stem en de organisaties die daarvoor opkomen in het gedrang, worden minderheden eerder uitgebuit of als oorzaak van het probleem gezien, kortom, neemt ongelijkheid toe. Vóór de crisis was Nederland gidsland op dit gebied. Laten we verder bouwen op bestaande investeringen en zorgen dat de opgebouwde maatschappelijke netwerken niet verdwijnen. Dankzij die sterke maatschappelijke netwerken kunnen we zorgen dat de crisismaatregelen bij de juiste mensen terecht komen en groen en duurzaam herstel niet uit het zicht zal verdwijnt.
Dit betekent dat steun aan verdedigers van mensenrechten en milieu, maatschappelijke organisaties en sociale ondernemers niet alleen van belang is voor het geven van sociaal economisch perspectief aan mensen, maar ook bij de andere drie gebieden die de AIV benoemd. Zo zou er bij het geven van noodhulp of bij het organiseren van toegang tot gezondheidszorg of schoon water extra aandacht moeten zijn voor groepen die vatbaarder zijn voor zowel dit virus als de economische en sociale klappen die volgen op de beperkende maatregelen die overheden moeten nemen. Ook de toegang tot microkrediet en voldoende liquide middelen voor ondernemers dient deze groepen te bedienen, groepen die de minste toegang hebben tot reguliere banken.
Om dit te bewerkstelligen is partnerkeuze en een inclusief besluitvormingsproces essentieel. Naast gelijkwaardige samenwerking zoals aangegeven door de AIV met het betrekken van lokale leiders, is het van belang dat lokale actoren betrokken worden in besluitvorming en consultaties over steunmaatregelen en een beslissende rol krijgen in de praktische uitvoering. Voorkomen moet worden dat alleen gekozen wordt voor bestaande partners die grootschalige bedragen weg kunnen zetten. Hierbij kan gemakkelijk voortgebouwd worden op wat mensen en hun organisaties via bijvoorbeeld de bestaande Strategische Partnerschappen lokaal al hebben opgebouwd. Zo’n aanpak bouwt voort op bestaande programma’s en versterkt daarmee bestaand lokaal leiderschap, een vereiste voor duurzaamheid. Om lokaal MKB goed te ondersteunen is het daarnaast van belang dat niet alleen ontwikkelingsbanken worden ingeschakeld, maar juist ook impact fondsen en maatschappelijke organisaties met een groot netwerk van lokale bedrijven omdat die beter in staat zijn de kleinere ondernemers en bedrijven te bereiken en ondersteunen.
COVID-19 is geen plotseling opdoemende of op zichzelf staande crisis, maar is een gevolg van degradatie van ecosystemen, globalisering en een op exploitatie en extractie gericht economisch model. Er is een directe link tussen de maatschappelijke crisis die is veroorzaakt door het virus en de gezondheidscrisis van de planeet. Oneerlijke handel en belastingontduiking onttrekken meer geld van economieën in arme landen dan dat mondiaal wordt uitgegeven aan ontwikkelingssamenwerking. Laten we daarom de steunmaatregelen die nu nodig zijn inzetten voor structurele eerlijke en duurzame verandering. Om toekomstige, vergelijkbare crises te voorkomen en om de onderliggende oorzaken bij de wortel aan te pakken. Daarmee nemen we ook die andere grote crisis – de klimaatcrisis en de desastreuze verdwijning van soorten – integraal mee in de oplossingen.
De adviesraad erkent dat het sociaaleconomisch herstel pas ten volle kan doorzetten als alle continenten “ingeschaald worden in duurzame mondiale productieketens”. Ook wijst de AIV erop dat het beheer van natuurlijke hulpbronnen en de bescherming van natuurlijke ecosystemen zo moet worden ingericht dat de kans op overdracht van ziekten van dier op mens en vice versa zo klein mogelijk wordt. Dit vraagt om een draai van ‘natuur benutten’ naar ‘natuurlijke systemen respecteren’ en investeren in het behoud van die natuur op de lange termijn in het volle besef dat wij als mens onderdeel zijn van die natuur. Het is van groot belang dat er opnieuw een balans wordt gevonden tussen natuurlijke hulpbronnen die we kunnen inzetten voor onze eigen directe welvaart en het behoud van biodiversiteit en natuurlijke processen als het fundament voor onze samenleving als geheel. Hier is een langere termijn visie ook mogelijk. Investeringen voor het herstel van de mondiale economie zullen gericht moeten zijn op een versnelde transitie naar duurzame, klimaatbestendige en inclusieve samenlevingen waarbij nieuwe kaders zullen moeten worden gesteld. De hiermee gemoeide aanbestedingen moeten open, inclusief en eerlijk zijn. Dit levert grote kostenbesparing op, gaat corruptie tegen en biedt burgers de kans om invloed en controle uitoefenen op deze overheidsuitgaven.
De steunmaatregelen die nu nodig zijn kunnen en moeten economisch herstel stimuleren in de richting van een mondiale economie die de draagkracht van de aarde respecteert en minder CO2 uitstoot, groene banen biedt en de transitie naar duurzame, veerkrachtige en ecologisch houdbare landbouwproductiesystemen versnelt. Dit betekent een korte termijn inzet op WASH, gezondheidszorg en elektriciteit zoals de AIV bepleit. Maar het betekent ook een inzet op duurzame energie en vitale, lokaal beheerde water- en voedselsystemen door het versterken van lokale en regionale productie en consumptieketens. In een dergelijk plaatje passen geen investeringen in fossiele brandstoffen. Dit kan wel, door lokaal MKB te steunen via slimme, duurzame impact gedreven investeringsfondsen. Bestaande, innovatieve, en vaak jonge bedrijven hebben nog onvoldoende reserves kunnen opbouwen en zijn kwetsbaar voor deze crisis. Als zij omvallen, zijn we weer jaren terug in de tijd.
De AIV heeft het dappere advies geformuleerd om in deze pandemie van ongekende schaal niet met de rug naar de wereld te gaan staan, maar juist te investeren in landen en mensen die onvoldoende middelen hebben om de crisis effectief te lijf te gaan. Door nu scherpe keuzes te maken, kan dit advies de basis zijn voor een ‘Green Recovery’ die zowel ontwikkelingslanden als Nederland een weerbare toekomst biedt. Nu de tekortkomingen van een sterk geglobaliseerde en ongelijke wereld sterk aan de oppervlakte zijn gekomen, is dit een ultieme kans voor een reset. Een reparatie van enkele systemische fouten die tot onder andere deze crisis hebben geleid. Wij hopen van harte dat de regering in haar reactie op het AIV advies deze kans wél aangrijpt.
Jannelieke Aalstein – directeur ActionAid Netherlands
Coenraad Krijger, directeur IUCN NL
Danielle Hirsch, directeur Both ENDS
Edwin Huizing, directeur Hivos
Pieter Oudenaarden – waarnemend voorzitter Collega van Bestuur Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Henk Willem van Dorp – directeur Van Dorp Installatietechniek
Jan-Bart Gewald, Prof. – directeur African Studies Centre – Leiden University
Joyeeta Gupta, Prof. – programma directeur, Governance and Inclusive Development, Universiteit van Amsterdam
Kees Zevenbergen, directeur Cordaid
Kirsten Schuijt, directeur WWF Nederland
Maria van der Heijden, directeur-bestuurder MVO Nederland
Rina Molenaar, directeur-bestuurder Woord en Daad