Vrijwillige maatregelen blijken onvoldoende om mensenrechtenschendingen door Nederlandse bedrijven in ketens te voorkomen, blijkt uit een evaluatie die minister Kaag vrijdag naar de Tweede Kamer verzond.
Deze evaluatie was aangekondigd in het Regeerakkoord en is uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Wat de evaluatie duidelijk laat zien, is dat het huidige IMVO-beleid ontoereikend is om mensenrechtenschendingen in handelsketens te voorkomen. Met de op vrijwilligheid gebaseerde IMVO-sector convenanten worden de doelstellingen van het Nederlandse IMVO-beleid niet gehaald: namelijk het naleven van IMVO-standaarden door Nederlandse bedrijven en het voorkomen van mensenrechtenschendingen in het Globale Zuiden.
De Kabinetsreactie op het onderzoek leert dat met het huidige aantal IMVO-convenanten 1.6% van de middelgrote en grote bedrijven die onder de hoog risicosectoren vallen wordt bereikt. Ook geeft de convenanten-evaluatie aan dat er op dit moment alleen substantiële voortgang op het gebied van toegepaste zorgvuldigheid te zien is bij het Convenant Duurzame Kleding en Textiel en het IMVO-convenant van de bancaire sector.
Maria van der Heide, Hoofd Beleid & Campagnes bij ActionAid zegt: Dit is onvoldoende, we zijn al decennialang op de hoogte van mensenrechtenschendingen door bedrijven en de IMVO-richtlijnen zijn er ook al heel lang, het wordt nu tijd voor bindende maatregelen.”
Maria van der Heide licht toe: “Vrouwen en gemeenschappen die dagelijks met mensenrechtenschendingen kampen, zoals landroof, uitbuiting en geweld, kunnen niet langer wachten. Minister Kaag moet nu wetgeving optuigen. We hebben IMVO-beleid met tanden nodig om te zorgen dat bedrijven mensenrechten respecteren. Het is duidelijk gebleken dat convenanten te kort schieten om mensenrechtenschendingen te voorkomen. Kortom, er is een waakhond nodig in plaats van een schoothondje.”
ActionAid geeft al jaren aan dat het sluiten van convenanten een goed middel is om samenwerking en bewustzijn te creëren, maar dat dit niet genoeg is om te zorgen dat Nederlandse bedrijven daadwerkelijk mensenrechtenschendingen tegengaan in hun ketens. Zo is er maar een beperkt aantal bedrijven betrokken bij de convenanten, worden niet alle sectoren gedekt (de meest vervuilende sector olie & gas weigerde zelfs om een convenant af te sluiten), verloopt implementatie van de convenanten langzaam en worden de afspraken binnen de convenanten niet altijd nageleefd.
Uit onderzoek van het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat slechts 35% van grote Nederlandse bedrijven de OESO-richtlijnen (de voornaamste IMVO-standaard) naleeft, ver weg van de 90% doelstelling van minister Kaag in 2030. Daarbovenop worden er nog te vaak misstanden aangetroffen in de ketens van Nederlandse bedrijven, zoals onlangs weer bleek met de Angola Leaks, waar een groot Nederlands baggerbedrijf was betrokken bij mensenrechtenschendingen in Angola.
In het najaar zal minister Kaag haar nieuwe IMVO-beleid presenteren, gebaseerd op deze evaluatie, verschillende onderzoeken en het advies van de IMVO-werkgroep van de SER en het advies van de Commissie Adviescollege Toetsing Regeldruk. Vier partijen, de ChristenUnie, PvdA, GroenLinks en SP, namen al een voorschot op het nieuwe beleid en presenteerden hun eigen initiatief voor IMVO-wetgeving.
Convenanten-evaluatie is hier te vinden: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2020Z13823&did=2020D29354