Gezamenlijk persbericht van de Loss&Damage Collaboration i.s.m. Oxfam Novib, ActionAid en CARE.
Den Haag/Amsterdam, 24 oktober. Sinds 1991 worden in ontwikkelingslanden gemiddeld 189 miljoen mensen per jaar getroffen door extreem weer. In 1991 plaatste eilandstaat Vanuatu als de eerste land klimaatschade, ten gevolge van klimaatverandering, op de internationale agenda. In het geval van Vanuatu ging het om de gevolgen van zeespiegelstijging door klimaatverandering. Sindsdien gebruiken rijke landen, die het meest bijdragen aan de klimaatcrisis, verschillende tactieken om de discussie hierover te frustreren en zo hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Dit stelt het nieuwe rapport van Loss & Damage Collaboration, dat ondersteund wordt door Oxfam Novib, ActionAid en CARE. Het rapport wordt vandaag gepubliceerd.
Bertram Zagema Oxfam Novib klimaatexpert: “Het niet-compenseren door rijke landen van klimaatschade in ontwikkelingslanden toont het gebrek aan politieke wil aan. Het staat nu eindelijk op de agenda van de belangrijke VN-klimaattop die op 6 november start. Daar moeten nu eindelijk concrete afspraken over gemaakt worden. Het geld is er, maar degenen die het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis weigeren de rekening te betalen. “
Rosa van Driel, advocacy officer klimaatrechtvaardigheid bij CARE Nederland: “De landen die het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering krijgen al jaren de hardste klappen: sinds 1991 bevinden maar liefst 79% van de sterfgevallen en 97% van het aantal mensen dat wordt geraakt door extreme weersomstandigheden zich in ontwikkelingslanden. Zonder compensatie kunnen deze mensen hun leven niet opnieuw en klimaatbestendig opbouwen, waardoor de kloof tussen arm en rijk blijft groeien.”
Nils Mollema, beleidsadviseur klimaatrechtvaardigheid bij ActionAid Nederland: “De regering heeft naast een morele verplichting ook een politieke verantwoordelijkheid om werk te maken van klimaatschadevergoedingen. De Tweede Kamer heeft de opdracht meegegeven om er mee aan de slag te gaan. Daarom verwachten wij een stevige inzet van Nederland op dit onderwerp bij de aan komende EU-milieuraad en bij COP27.”
Op de vorige VN-klimaattop in Glasgow in november 2021 stelden de ontwikkelingslanden een fonds voor geleden klimaatschade voor. Maar rijke landen die de grootste uitstoters van broeikasgassen zijn en daarmee de belangrijkste veroorzakers van de klimaatcrisis, weigerden het gesprek daarover. Sindsdien zijn er wereldwijd 176 gevallen van extreem weer gerapporteerd.
Het rapport toont aan dat de fossiele brandstofindustrie tussen 2000 en 2019 30 biljoen $ winst maakte. Tegelijkertijd liepen de economische kosten van klimaatschade in 55 van de meest klimaatkwetsbare landen op tot 525 miljard dollar. Met andere woorden, tegenover elke miljard $ aan klimaatschade in deze 55 landen, staat 60 miljard $ winst van de fossiele industrie. In de eerste helft van 2022 maakten 6 fossiele brandstofbedrijven genoeg winst om alle klimaatschade wereldwijd te compenseren, en dan nog 70 miljard $ aan winst over te houden.