Vandaag twee jaar geleden viel Rusland Oekraïne in, in een verschrikkelijke escalatie van een oorlog die in 2014 begon. Sinds die tijd zijn tenminste 12 miljoen Oekraïense burgers gedwongen hun woningen te ontvluchten. Ondertussen zijn een geschatte 10.000 burgers gedood en bijna 20.000 gewond, met alleen al in januari van dit jaar tenminste 641 slachtoffers.
Er zijn vele conflicten ter wereld en er gebeurt veel in het nieuws. Maar met of zonder media-aandacht blijft het Russische leger aanvallen. Naast mensenlevens heeft deze oorlog enorm veel infrastructuur verwoest. Het is geen wonder dat 10 miljoen mensen in Oekraïne ernstig risico hebben op acuut stres syndroom of andere ernstige mentale problemen.
Met dit alles zijn wij dan ook enorm onder de indruk van de 40 lokale partners met wie we samenwerken om Oekraïners te ondersteunen. Deze partners, allemaal geleid door vrouwen, minderheden en/of jonge mensen, hebben tussen maart 2022 en december 2023 wel 2,1 miljoen mensen kunnen steunen, in Oekraïne zelf en in Polen, Roemenië en Moldova – waar veel Oekraïners heen gevlucht zijn.
Deze steun neemt vele vormen. Van veilige plekken voor vrouwen, noodhulp-pakketten en psychologische ondersteuning tot aan trainingen in capaciteitsopbouw, waarmee mensen o.a. leiderschapsvaardigheden leerden. Zo balanceren wij noodhulp met het bieden van lange-termijn perspectief, zelfs in zo’n onmogelijk te voorspellen situatie.
Naast helpen waar we maar kunnen hebben wij een specifieke focus op hulp bij en het voorkomen van gendergerelateerd geweld, dat jammer genoeg altijd vaker voorkomt bij conflictsituaties. Een VN rapport waarschuwde al eerder dat de humanitaire crisis ook een mensensmokkelcrisis aan het worden is. En jammer genoeg zijn de meeste slachtoffers van mensensmokkel vrouwen en meisjes, die vervolgens uitgebuit worden voor o.a. sekswerk.
Tegelijkertijd zien we dat gemarginaliseerde groepen, zoals de Roma en LHBTQIA+ gemeenschappen, niet dezelfde structurele steun krijgen als het gaat om bijvoorbeeld medische zorg. Daarom werken we ook specifiek samen met lokale partners die deze gemeenschappen wél zien en de hulp geven die ze nodig hebben.
Er is nog veel werk te doen en een lange weg te gaan. Zolang het nodig is, blijven wij ons noodhulpfonds voor dit werk inzetten.