Lucía García Caal (47, niet op de foto) woont in een palmoliegebied. Ze vertelt: “In mijn jeugd waren de bergen groen, de rivieren schoon en ziektes afwezig. Maar sinds de komst van de palmoliebedrijven tien jaar geleden, ziet alles er anders uit. Het water staat stil en het is te vies geworden om van te drinken of de was mee te doen. Het maakt ons ziek: we krijgen huiduitslag of diarree. Onze kinderen krijgen huidziektes, veroorzaakt door de larven. Ouderen sterven van het vele overgeven. Het water is ons leven en het maakt me boos en verdrietig dat er hier niets tegen wordt gedaan. Palmoliebedrijven zijn een lastercampagne tegen ons begonnen, maar we hebben niets misdaan. We verdedigen enkel ons land en onze families.”
Prachtige vulkanen, bergen en ongerepte bossen: van een afstand lijkt Guatemala een waar paradijs. Maar niets is minder waar! Al jaren worden in rap tempo hele bossen gekapt om zo meer landbouwgrond vrij te maken. Die grond wordt o.a. gebruikt voor palmolieplantages. Het land wordt vernietigd en lokale gemeenschappen uitgebuit en geïntimideerd. Voor onze producten.
Water halen, het huishouden en de zorg voor kinderen, zieken en ouderen – het zijn taken die vrouwen in Guatemala goeddeels voor hun rekening nemen. Door vervuiling die gepaard gaat met de palmolieproductie nemen deze taken toe: meer mensen raken ziek en vrouwen moeten bijvoorbeeld verder lopen voor schoon water. Doordat vrouwen meer tijd kwijt zijn aan deze onbetaalde zorgtaken, is er minder tijd voor hun eigen ontwikkeling en betaald werk.
Ook het kleinschalig verbouwen van eigen voedsel wordt veelal gedaan door vrouwen, waarmee zij voorzien in het levensonderhoud van hun gezin en gemeenschap. Door landroof en vervuiling als gevolg van de palmolieproductie wordt dit steeds moeilijker. Tegelijk komen vrouwen niet in aanmerking voor de (geringe) werkgelegenheid die de palmolie-industrie met zich meebrengt. Daardoor ontstaat een groot voedselgebrek én worden vrouwen (financieel) steeds afhankelijker van mannen.
Als lokale gemeenschappen in opstand komen tegen de palmoliebedrijven, krijgen ze vaak te maken met bedreigingen, laster, geweld en zelfs moord. Vrouwen krijgen daarnaast ook te maken met (seksuele) intimidatie, misbruik en verkrachting, wat toegenomen is door de komst van grote aantallen alleenstaande mannen die naar de palmolieplantages komen om te werken. Ook seksuele uitbuiting, bijvoorbeeld in ruil voor werk, komt veel voor. Dit kan en mag niet zo doorgaan!
Vraag je je af waar dit verhaal over onze kerstkransjes linkt aan Nederland? Maar liefst 43% van de Guatemalteekse palmolie komt rechtstreeks ons land binnen, via de Rotterdamse haven. Dat maakt Nederland medeverantwoordelijk voor de misstanden en dus moeten wij er iets aan doen om de mensenrechten te verdedigen en beschermen!