Hoe staat het eigenlijk met internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)?
Nou er is nog grote verbetering mogelijk op dat gebied. Als sinds de jaren ‘90 is er binnen de Verenigde Naties veel discussie over de vraag hoe om te gaan met negatieve gevolgen die bedrijven wereldwijd hebben op mensenrechten en milieu. En wat overheden en bedrijven moeten doen om rechtenschendingen in productieketens te voorkomen. Dit leidde in 2011 tot internationale IMVO-richtlijnen van de VN en de OESO. Dat is alweer meer dan tien jaar geleden, maar in de productieketens van bedrijven komen helaas nog veel mensenrechtenschendingen en milieuschade voor. Zoals bijvoorbeeld landroof, watervervuiling, uitbuiting en (seksueel) geweld. De bestaande internationale richtlijnen zijn vrijwillig en schieten daardoor te kort. Je ziet dat in de praktijk van vrijwilligheid te veel vrijblijvendheid komt. Daarom wordt er nu op verschillende niveaus – nationaal, Europees en internationaal – gekeken naar wetgeving. Dus bindende regels voor bedrijven op het gebied van IMVO.
Zo is vandaag het voorstel van de Europese Commissie voor IMVO-wetgeving gepresenteerd. Dit voorstel werd keer op keer uitgesteld, dus het is positief dat het er nu eindelijk is. Maar we weten ook dat het nog jaren kan duren voor dit EU-voorstel echt leidt tot wetgeving. Daarom is het belangrijk dat er ook nationaal snel aan IMVO-wetgeving wordt gewerkt. Uit ons onderzoek blijkt dat er in de productieketens van Nederlandse bedrijven nog veel mis is. Denk hierbij aan de import van mangaan – een metaal nodig voor de energietransitie – in Zuid-Afrika leidt de winning van dit metaal tot gezondheidsproblemen en seksuele uitbuiting onder vrouwen. Of neem palmolie uit Guatemala waarbij vrouwen en gemeenschappen te maken krijgen met landroof. Beide worden op grote schaal geëxporteerd naar Nederland.
Gemeenschappen en vrouwen in het mondiale Zuiden kunnen dus niet langer wachten. Verschillende landen in Europa hebben al wetgeving, zoals Franrijk en Duitsland. In Nederland ligt er een wetsvoorstel van de ChristenUnie en ook het kabinet heeft gezegd met een nationale IMVO-wet te komen. Dus de kans ligt er om IMVO in Nederland te verbeteren.
Wat vind je van het voorstel voor een EU-Richtlijn IMVO?
Zoals ik al aangaf: goed dat het voorstel er nu eindelijk ligt. Het is een teken dat Europa werk wil maken van mensenrechten en milieu in productieketens. Maar na lang uitkijken naar dit moment ben ik teleurgesteld, de inhoud van het voorstel laat te wensen over.
Ten eerste heeft het EU-voorstel geen aandacht voor gender en vrouwenrechten. Een groot gemis. Vrouwen worden extra hard geraakt door schendingen in ketens. Als er geen genderlens in wetgeving wordt opgenomen, dan is er geen aandacht voor bij bedrijven.
Daarnaast vallen alleen de grote bedrijven onder de voorgestelde wet voor IMVO. Dat betekent dat een grote meerderheid van de Nederlandse en Europese bedrijven niet onder de wet zullen vallen, naar schatting zelfs 99% van de bedrijven. Ook hoeven bedrijven maar beperkt de personen die mogelijk slachtoffers zijn van schendingen te consulteren, zoals bijvoorbeeld werknemers, vrouwen en gemeenschappen. Terwijl participatie en consultatie juist ontzettend belangrijk zijn hierin.
Wat is het belang van IMVO precies voor vrouwenrechten?
De schending van vrouwenrechten komt helaas veel voor in productieketens, van geweld tegen vrouwen tot discriminatie op werkvloer. Vrouwen worden bovendien vaak extra hard geraakt door schendingen omdat zij al een achtergestelde positie hebben. Neem bijvoorbeeld een vrouw die van haar land wordt verjaagd om ruimte te maken voor grootschalig landbouw. Het kleine stukje grond dat zij overhoudt kan ze niet meer verbouwen door milieuvervuiling, zij moet steeds verder lopen voor schoon drinkwater, ze draagt de zorg voor familieleden die ziek worden door vervuiling en dan krijgt ze ook nog eens geen werk bij het landbouwbedrijf. Belangrijk dus dat bedrijven met genderlens naar IMVO kijken.
Als ActionAid hebben wij al aanbevelingen gedaan aan de Europese Commissie, en ook in Nederland, om vrouwenrechten en gender mee te nemen in IMVO-wetgeving. Het is belangrijk dat gender in alle stappen van IMVO wordt meegenomen door bedrijven. Bedrijven moeten bijvoorbeeld analyseren welke negatieve gevolgen vrouwen ondervinden van hun activiteiten. Ook is het belangrijk dat vrouwen mee kunnen praten en in alle stappen van het proces een plek aan tafel krijgen om hun zorgen te uiten en samen tot oplossingen te komen. Iets wat nu vaak mist. Dat zag je ook bij ons onderzoek naar mangaanwinning in Zuid-Afrika, vrouwen werden daar niet geconsulteerd over de mijnbouw in hun gemeenschap.
Wat is tot slot je oproep aan de nieuwe Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Ik roep minister Liesje Schreinemacher op om snel met een ambitieus Nederlands IMVO-wetvoorstel te komen waarin vrouwenrechten en gendergelijkheid wél zijn opgenomen.
Gelukkig heeft het ministerie al bouwstenen ontwikkeld voor zulke wetgeving en zei de voorganger van de minister, Tom de Bruijn, direct de pen op te pakken om de wet te gaan schrijven. Dus alle voorbereidingen liggen voor de nieuwe minister klaar.