Home - Vrouwenrechten - Pagina 17

Verdiepingsstuk: het belang van zorg voor een economie die werkt voor vrouwen

Gemiddeld zijn vrouwen 4 uur en 25 minuten per dag kwijt aan onbetaalde zorg- en huishoudelijk werk. Mannen zijn gemiddeld 1 uur en 23 minuten per dag kwijt. Deze ongelijke verdeling verbetert wel, maar heel langzaam. Zoals het nu gaat duurt het nog 209 jaar voordat vrouwen en mannen de taken eerlijk verdeeld hebben wereldwijd.
ActionAid vraagt aandacht voor de onbetaalde zorgtaken van vrouwen.

Deze oneerlijke verdeling betekent dat vrouwen de grootste kans hebben om in extreme armoede te leven en geen betaalde baan kunnen verrichten. En vooral tijdens een zorgcrisis, zoals nu met de coronapandemie, vallen de zwaarste lasten op de schouders van vrouwen.

Feministische economen stellen dat in plaats van een obsessie met kapitaal en economische groei, zorg en welzijn centraal zouden moeten staan aan onze economie en in onze maatschappij.

Alleen op deze wijze vermijden we weer een zorgcrisis en bouwen we aan een economie die zorgt voor een gelijkwaardige en duurzame toekomst.

Aan de hand van vier vragen grotendeels gebaseerd op het nieuwe uitgebreide ActionAid rapport ‘Who Cares for the Future?’ kijken we dieper naar wat er mis is met het huidig economisch systeem dat zorg onderwaardeert, en wat er nodig is om over te gaan naar een economie die werkt voor iedereen, inclusief de stappen die Nederland kan zetten voor gendergelijkheid en een duurzame toekomst.

Verpleegster Orji uit Nigeria
Orji is een verpleegster en verloskundige in een lokaal ziekenhuis in Nigeria. Het ziekenhuis heeft geen toegang tot water en elektriciteit. Ook ontvangt het geen overheidsfinanciering. Orji wordt niet betaald voor haar baan.

Wat is er precies mis met het huidige economische systeem?

Traditionele economen, wiens theorieën een zware stempel drukken op het huidige wereldwijde economische systeem, besteden weinig of geen aandacht aan de waarde van onbetaalde zorgtaken en huishoudelijk werk. Het negeren van dit werk en wat het aan waarde creëert voor onze maatschappijen leidt ertoe dat tijdens economische berekeningen, van bijvoorbeeld het Bruto Nationaal Product, een significant onderdeel van de arbeid van vrouwen wereldwijd onzichtbaar wordt gemaakt.

Onbetaalde zorg- en huishoudelijk werk, in de meeste landen ook nog steeds gezien als ‘vrouwenwerk,’ wordt ondergewaardeerd. Dit is onterecht. Zorg en huishoudelijk werk zijn belangrijk en waardevol; ze dragen bij aan de welzijn en welvaart van ons allen. Maar het wordt gezien als werk dat lage vaardigheden vereist en het idee leeft in de economie dat er een oneindig aanbod is aan arbeid om te zorgen. In andere woorden: als een overheid geen kinderopvang aanbiedt dan gaan ze ervan uit dat vrouwen dit gemis wel zullen opvangen. Natuurlijk kan een bepaalde vooruitgang geboekt worden door zorgtaken beter te verdelen binnen huishoudens, tussen mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Maar zelfs als dit zou verbeteren, zal het niet een oplossing bieden voor het feit dat zorgtaken vaak worden doorgegeven aan armere huishoudens, door middel van de kinderoppas, werksters en schoonmakers.

Het zijn vooral de armste en meest kwetsbare vrouwen in een land of regio die deze zorg en huishoudelijke taken opvangen en dan de dubbele last ervaren van onbetaald zorgwerk en slecht betaald, onzeker werk. Vooral in ontwikkelingslanden worden de tekorten in publieke voorzieningen door vrouwen opgevangen. Dus gelijkheid is meer universeel haalbaar door herverdeling van verantwoordelijkheden tussen huishoudens en de staat middels het leveren van goede publieke voorzieningen.

ActionAid zet zich in voor onderwijs in Sierra Leone

Waarom zijn gender-responsive publieke voorzieningen het antwoord?

Als vrouwen velen uren per dag kwijt zijn aan de zorg voor kinderen, kan het aanbieden van openbaar basisonderwijs en kinderopvang, ook voor de jongste kinderen, grote verandering brengen. Wanneer er van vrouwen verwacht wordt dat zij voor zieken en ouderen zullen zorgen, dan kan toegankelijke gezondheidszorg de druk verminderen. Wanneer vrouwen er uren over doen om water te halen, kan toegang tot water dichtbij huis levens transformeren.

Publieke voorzieningen kunnen dus een groot verschil maken in het oplossen van de ‘tijdsarmoede’ van vrouwen en nieuwe opties en keuzes bieden aan vrouwen over hoe hun tijd te besteden. Het is daarbij niet alleen van belang óf die publieke voorzieningen er zijn, maar ook hóe en door wie ze geleverd worden. Vaak zijn publieke voorzieningen beschikbaar maar worden deze niet door overheden geleverd, in plaats daarvan door particuliere bedrijven met winstoogmerk. Dit kan er weer naar leiden dat publieke voorzieningen bestaan, maar niet van goede kwaliteit zijn. Of de voorzieningen zijn niet toegankelijk voor en aangepast op de behoeften van de meest gemarginaliseerden, vaak weer vrouwen. Om publieke voorzieningen dus gender-responsive te maken moeten ze publiekelijk geleverd worden. Dit moet beschermd worden.

Maar wereldwijd zien we dat publieke voorzieningen chronisch ondergefinancieerd worden. We zien ook al te vaak dat in tijden van financiële crisis de eerste dingen om op te bezuinigen educatie, zorg en andere publieke voorzieningen zijn. Maar als de financiering voor publieke voorzieningen afneemt dan worden de gaten die dit veroorzaken door vrouwen gevuld en worden genderhiërarchieën en ongelijkheden versterkt. Een dubbelzijdig probleem omdat het vaak vrouwen zijn die betaald werk verrichten in publieke voorzieningen.

In Ethiopië is Birke lid van de controle comissie van door ActionAid gesteund bijenhouders coöperatief
© Gonzalo Guajardo/ActionAid

Hoe maakt een feministische economie dit mogelijk?

Het verzekeren van gender-responsive publieke voorzieningen, vergt wel een transformatie van wat wij als van waarde zien binnen onze economieën en in de machten die de financiering van publieke voorzieningen beïnvloeden. In 2008 kwam feministisch econoom Diane Elson met de ‘3 R-en’ als raamwerk, namelijk het erkennen, reduceren en herverdelen (recognise, reduce and redistribute) van onbetaalde zorg- en huishoudelijk werk om de onderwaardering en oneerlijke verdeling tegen te gaan.

Daarnaast bekritiseren feministische economen al jarenlang het Bruto Nationaal Product als een erg gelimiteerde manier onze economie te meten, omdat onbetaalde zorg- en huishoudelijk werk niet meegenomen worden in berekeningen. Dit terwijl onbetaald en slecht betaald zorg en huishoudelijk werk van vrouwen juist een gigantische bijdrage levert aan onze economieën.

Een feministische economie werkt daarentegen vanuit een holistisch begrip van alle processen en soorten werk die nodig zijn voor de sociale voorziening en om het leven te ondersteunen, met aandacht voor de dynamiek van macht, uitsluiting en gender. Op dit moment is Nieuw-Zeeland het eerste en enige land met een multidimensionaal raamwerk dat de levenstandaard en het welzijn van de bevolking meet.

ActionAid maakt zich zorgen om de gevolgen van de coronacrisis voor vrouwen
In het rapport “Who Cares for the Future” pleit ActionAid voor uitstel van schuldaflossingen aan alle crediteuren voor ontwikkelingslanden door het IMF tot ten minste 2021 waardoor er direct 50.4 miljard dollar zou vrijkomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. © ActionAid

Wat kan en moet Nederland doen om bij te dragen aan een eerlijke economie?

  • Schulden: Er komt een nieuwe schuldencrisis aan. Gedurende de afgelopen tien jaar zijn betalingen aan schulden door ontwikkelingslanden met 85% toegenomen, dit gaat ten koste van het geld dat die overheden beschikbaar hebben om aan publieke voorzieningen uit te geven. Ghana geeft 59% van de nationale schatkist uit aan internationale schulden terugbetalen. Kenia geeft bijvoorbeeld 7 keer zoveel uit aan schuldaflossing als aan zijn zorgsector. Daarnaast zijn de voorwaarden van deze leningen vaak dat publieke voorzieningen door particuliere bedrijven geleverd moeten worden. Dit zorgt ervoor dat ontwikkelingslanden machteloos zijn en geen geld hebben om gender-responsive public services te leveren. Als lid van de IMF en het bestuur van de Wereldbank heeft Nederland veel in te brengen op hoeveel ontwikkelingslanden moeten uitgeven aan schulden terugbetalen en de voorwaarden die hieraan verbonden zijn.
  • Bezuinigingen: Een van die voorwaarden van de IMF-leningen is dat landen niet te veel mogen uitgeven. Terwijl de meeste landen wereldwijd meer uitgeven dan dat ze in de schatkist hebben, worden ontwikkelingslanden juist aangeraden om minder uit te geven dan hebben. Het advies is om dan kosten te besparen op de salarissen van mensen die in publieke voorzieningen werken (zoals eerder besproken voornamelijk vrouwen) of op andere manieren te bezuinigen of publieke voorzieningen te privatiseren. Hier ook kan Nederland een verschil maken als lid van de IMF.
  • Belastingen: Hiernaast hebben ontwikkelingslanden ook juist meer inkomen nodig om te investeren in goede publieke diensten. Hiervoor zijn progressieve en gender-responsive belastingsystemen essentieel, wat bereikt kan worden door schadelijke belastingvrijstellingen voor bedrijven te stoppen, eerlijke belastingbijdragen van bedrijven te waarborgen en kapitaal en bezit meer te belasten. Nederland heeft als knooppunt van internationale belastingontwijking een grote verantwoordelijkheid om belastingontwijking in ontwikkelingslanden sterk in te perken en om te helpen hier sterke internationale regels over tot stand te brengen. Daarnaast dient Nederland bij capaciteitsopbouw van belastingdiensten in ontwikkelingslanden veel aandacht te besteden aan het tot stand brengen van een progressief belastingstelsel waardoor vrouwen en armere bevolkingsgroepen niet langer geconfronteerd worden met een onevenredige belastingdruk door bijv. een hoge BTW op essentiële producten.

 

Kom in actie

Klik hier