Jonge vrouwen in Liberia: “Samen bereiken we zoveel meer”
Yassah (32) is alleenstaande moeder van 2 kinderen. Voorheen had ze, net als bij 80% van de mensen in Liberia, grote moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Toen ze hoorde van ActionAid’s project dat zich richt op landbouwondernemingen voor jongeren aarzelde ze geen moment en sloot zich aan. Sindsdien heeft ze zich ontpopt als ambitieuze leider.
Nu is Yassah general manager, wat betekent dat ze de dagelijkse leiding heeft over het landbouwbedrijf. Samen met andere leden uit de groep werkt ze regelmatig op de plantage en op zondag wordt de oogst op de lokale markt verkocht. Yassah vertelt: “De vrouwen staan op de markt om de cassave en de pepers te verkopen. Dat alleen de vrouwen dat doen, vinden we prima. Het is onderdeel van onze cultuur en van jongs af aan zijn we al op de markt te vinden.” De mannen in de groep dragen op zaterdagmorgen de producten naar de markt en blijven vaak op de markt hangen om een idee te krijgen wat er zoal verkocht wordt en om een oogje in het zeil te houden. Marktvrouwen worden helaas nog te vaak lastiggevallen.
Yassah is trots op wat ze bereikt hebben: “Samen bereiken we zoveel meer. Bijna al onze kinderen gaan nu naar school, terwijl de moeders ondertussen voldoende eten voor hun gezin verbouwen. Het project werkt ook als een sociaal vangnet, bijvoorbeeld voor kinderen zonder ouders.”
Daarnaast is Yassah ook betrokken bij het lokale forum, waar onderwerpen zoals politiek, onderwijs en geweld worden
besproken. Regelmatig gaat ze in gesprek met bestuurders om oplossingen aan te dragen, zoals het aanstellen van leerkrachten. Want nu er meer kinderen naar school gaan, zijn er ook meer leraren nodig. Recent leverden deze gesprekken al 2 nieuwe leerkrachten op.
Yassah droomt ervan om de onderneming uit te breiden, niet alleen in haar eigen dorp,
maar juist ook daarbuiten. “Ik ben heel trots als ik zie dat steeds meer jonge vrouwen zich bij ons willen aansluiten. Ik zou graag ook andere jongerenondernemingen willen helpen om te groeien.”