Volgens de overheid in Myanmar verloren sinds het begin van de coronacrisis al meer dan 60.000 fabrieksarbeiders in het land hun baan. Onder wie de textielarbeiders die werken voor ’s werelds grootste modemerken – voornamelijk vrouwen.
Deze jonge vrouwen vertrokken uit armere regio’s in Myanmar, waar het vanwege de gevolgen van klimaatverandering steeds moeilijker werd om op een traditionele manier in hun levensonderhoud te voorzien. Door het sluiten van de fabrieken kunnen ze zichzelf nu niet meer onderhouden, laat staan dat ze geld naar hun families in hun geboortedorp kunnen sturen.
Een van hen is Ma (31). Ze vertelt dat de eigenaar van de fabriek in Yangon is vertrokken zonder de meer dan 300 werknemers te betalen. “We hebben al sinds januari geen salaris gehad en hebben geen geld om eten te kopen.”
Een andere werkneemster vertelt dat haar fabriek nog open is, maar het onmogelijk is om de veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. “Toen het coronavirus kwam, hoorde ik dat iedereen binnen moest blijven en we 1,5 meter afstand van elkaar moesten houden. Maar onze kamer is maar 2 bij 2,5 meter en we zitten er met 6 personen, dus dat kan helemaal niet.”
Een andere vrouw, die eveneens anoniem wil blijven, vertelt: “We krijgen geen enkele bescherming, niet eens een mondkapje. Ook is er geen schoon water om onze handen te wassen. Tegelijkertijd benadrukt het management wel dat we goed om onze hygiëne moeten denken, maar de vraag is hoe. Iedereen is bang om besmet te raken. Toch is stoppen met werken geen optie, want dan verliezen we ons onderdak en hebben we geen geld meer om eten te kopen.”
“Deze vrouwen zijn door het coronavirus in grote problemen gekomen,” bevestigt Araddhya Mehtta, directeur van ActionAid Myanmar. “Dat komt vooral door de onzekerheid van hun werk en de arbeidsomstandigheden. Geld voor eten is er nauwelijks. Ook toegang tot schoon water en gezondheidszorg is een groot probleem. Verder zien we sinds de lockdowns een toename van het aantal meldingen van huiselijk geweld, waar juist deze vrouwen kwetsbaar voor zijn.”
ActionAid staat 150.000 arbeiders in de kledingindustrie bij door bewustwording rondom het coronavirus en het uitdelen van zeep en voedsel. De meest kwetsbare vrouwen, zoals alleenstaanden en zwangeren, kunnen ook in aanmerking komen voor financiële bijstand.
Inmiddels is de regering in Myanmar begonnen met een kleinschalig sociaal overheidsprogramma dat in sommige gevallen 40 procent van het laatst verdiende loon uitbetaald. “Het steunprogramma is een goed begin, echter, de lonen in kledingfabrieken zijn al laag, en van 40 procent van het laatst verdiende loon kunnen mensen niet rondkomen” zegt Araddhya Mehtta. “Wij vragen daarnaast ook aandacht voor huiselijk geweld en bescherming van vrouwen die nog aan het werk zijn.”