In gesprek met Marit Maij, nieuwe directeur ActionAid Nederland
“Ruim 25 jaar ervaring op de terreinen van internationale samenwerking, Europese samenwerking, mensenrechten en migratie. Daarin heb ik geleerd hoeveel invloed wij in het Westen hebben op het welzijn van mensen in andere delen van de wereld. Een van mijn speerpunten voor de komende jaren is dan ook dat bewustzijn van de Nederlandse burger vergroten en onze negatieve impact te verkleinen. Europeanen zijn gewend hun blik tot het eigen land te beperken, maar ons gedrag hier reikt wel degelijk ver voorbij onze landsgrens.”
“Neem ons koopgedrag. Goedkope mode: fast fashion, wordt meestal duizenden kilometers hier vandaan geproduceerd door zwaar onderbetaalde werknemers, veelal vrouwen. Vaak hebben zij geen contract, geen rechten en geen verzekering. Bij het uitbreken van een crisis liggen producties stil en staan zij met lege handen op straat. We moeten uitbuiting in de textielindustrie en andere ketens tegengaan en werken aan duurzamere productie voor werknemers en milieu, dan werken we niet alleen lokaal aan vrouwenrechten, maar ook mondiaal. Ik geloof dat dit veel effectiever is. Het nemen van deze verantwoordelijkheid geldt zeker ook voor de Nederlandse bedrijven die in deze landen produceren. Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen zou de norm moeten zijn.”
“Door hier in Nederland campagne te voeren, gericht op een breed publiek, en een sterke lobby te voeren bij onze buitenlandpolitiek en het bedrijfsleven. Dat lobbyen doen we tegelijkertijd ook in de landen waar vrouwenrechten geschaad worden. Natuurlijk werken we daarbij actief samen met onze ActionAid-partners wereldwijd en lokale vrouwenorganisaties. Wij maken ons, samen met een mondiaal feministisch netwerk, hard voor vrouwelijk leiderschap en de verduurzaming van ketens en humanitair werk. We opereren hierbij vanuit feministische waarden en streven naar een feministische transitie.”
“Deze transitie gaat over de kentering naar meer feminiene waarden in de wereld. De meeste economieën stellen bijvoorbeeld economische groei boven alles, maar een feministische economie stelt juist het welzijn van mens en natuur voorop. Dat wordt al snel ‘soft’ genoemd, maar het is juist enorm krachtig. Daarom voert ActionAid nu niet alleen campagne voor meer feminisme in de politiek en economie, maar voeren we de feministische principes ook door in de wereldwijde organisatie zelf. Deze gaan over respectvol en bewust met elkaar samenwerken en vooroordelen herkennen, het delen van macht. Waarden die ik persoonlijk erg belangrijk vind en voor mij de basis vormen voor leiderschap. Ik geloof dat dit leidt tot veiliger en beter samenwerken, en meer vertrouwen en inclusie op de werkvloer. Als voorvrouw van de organisatie wil ik dat goede voorbeeld geven.”
“Niet altijd. Ik denk dat openlijk opereren vanuit sterke feministische waarden een kracht is, maar ook een uitdaging. Ik heb bijvoorbeeld echt moeten leren om me kwetsbaar op te stellen, dat lukt steeds beter maar het is niet altijd makkelijk. In de meeste organisaties is dat namelijk juist helemaal niet de bedoeling en ik was dit niet gewend. Ook het herkennen en erkennen van je eigen vooroordelen vergt zelfinzicht en moed. Het is best confronterend om je te realiseren dat wat jij altijd als vanzelfsprekend zag op een vooroordeel blijkt te berusten. Maar juist in het aangaan van dit ongemak ligt de kracht.”
“Ik noem mijzelf zonder schroom of omhaal feminist. Ik weet wat feminisme voor mij betekent: Het gaat over het inzien van, en uitspreken tegen scheve machtsstructuren en genderongelijkheid. Maar ook over intersectionaliteit, waarbij ongelijkheid voortkomt vanuit bijvoorbeeld zowel gender als achtergrond of economische positie. Het betekent dus ook het herkennen van mijn eigen privileges en hoe ik die kan inzetten om de positie van anderen te versterken. Voor zowel mijzelf als voor ActionAid geldt dat feminisme de strijd is voor meer gelijkheid, het doorbreken van machtsstructuren, en die strijd is constant in ontwikkeling. Het betekent ook dat je naar anderen luistert, openstaat om steeds weer bij te leren en reflecteert op je eigen doen en laten.”