Extreme droogtes en stormen – zoals Idai in 2019 – worden steeds erger en ook frequenter. Vooral vrouwen worden hier hard door geraakt, aangezien zij verantwoordelijk zijn voor het leeuwendeel van de voedselproductie: 8 op de 10 vrouwen in ontwikkelingslanden werken op het land. Een deel van hun oogst wordt door het gezin gebruikt en een deel wordt op de markt verkocht. Van de opbrengst kunnen kinderen naar school of kan er geïnvesteerd worden in nieuwe landbouwmiddelen.
Vrouwen zoals Nalishebo werken op het land, gaan naar de markt en zorgen voor het huishouden. Hiervoor is nauwelijks erkenning en het ontbreekt vrouwen aan een gelijkwaardige positie. Zij kunnen vaak geen aanspraak maken op eigendomsrecht, landbouwtraining en andere noodzakelijke middelen om droogte de baas te kunnen.
Voor veel vrouwen is kleinschalige landbouw van levensbelang, want het is de bron van voedsel. Toch worden hun rechten, zoals het recht op land, slecht beschermd. Vrouwen krijgen vaak geen (goede) landbouwgrond toegewezen en eigendom en erfrecht van land is in veel landen slecht geregeld. Door de groeiende vraag naar vruchtbare landbouwgrond worden lokale boeren steeds vaker van hun land gejaagd. Vaak zonder inspraak of compensatie. Betere landrechten voor vrouwen en gemeenschappen zijn cruciaal voor de aanpak van honger en armoede.
Door de klimaatcrisis neemt ongelijkheid eveneens toe. Tussen mannen en vrouwen, maar ook tussen rijke landen, die het meest hebben bijdragen aan klimaatverandering, en de landen die er het hardst door worden getroffen.