Bedrijven moeten zich binnen ons land aan bepaalde regels houden. Er zijn wetten met betrekking tot hun werknemers, veiligheid, belastingen en nog veel meer. Deze zelfde regels gelden niet als een (productiepartner van een) Nederlands bedrijf bijvoorbeeld probeert in Oeganda zich een stuk land toe te eigenen om daar een plantage op te bouwen. Zo kan het voorkomen dat een multinational een vrouw in Oeganda van haar land berooft door gebruik te maken van een gebrek aan internationale én Nederlandse regelgeving die zegt dat dat niet mag.
Op het niveau van de VN maakt ActionAid zich al jaren hard voor regelgeving die wereldwijd multinationals verantwoordelijk stelt voor eventuele mensenrechtenschendingen in hun productieketens. Zulke processen kunnen echter heel lang duren. Daarom zijn wij samen met andere organisaties in Nederland ook druk bezig om Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ’thuis’ wettelijk verplicht te maken.
Mogelijk volg je Tony’s Chocolonely of Patagonia op LinkedIn of heb je deze term al eens in het nieuws voorbij zien komen. Mogelijk is dit de eerste keer dat je deze term leest. IMVO betekent simpelweg zakendoen met oog voor mens en milieu, overal op aarde.
Veel Nederlandse bedrijven wijken voor hun productie uit naar landen met lage lonen of meer beschikbare grondstoffen, voornamelijk in het mondiale Zuiden. Doordat er in die landen minder wetten zijn en minder publieke voorzieningen waarmee die overheden hun bevolking kunnen ondersteunen, is er jammer genoeg ruimte voor allerlei mensenrechtenschendingen en vervuiling.
Een maatschappelijk verantwoorde onderneming is een onderneming die zich inzet om alle aspecten van de productieketen zo eerlijk en duurzaam mogelijk te maken. Van de arbeidsomstandigheden tot aan de impact op gemeenschappen rondom grondstoffenwinning, elke stap kan een maatschappij positief of negatief beïnvloeden. Bedrijven die dit tegen willen gaan, kijken goed naar hun hele keten, inclusief hun leveranciers en onderaannemers, en pakken misstanden aan waar ze die tegenkomen. Zo kunnen ze met een gerust hart hun producten verkopen, wetende dat er geen gemeenschappen in het mondiale Zuiden door benadeeld worden. Internationale richtlijnen helpen ze hierbij.
Nederland is in de EU de grootste importeur van palmolie. De echte kosten voor de 438,000 ton aan palmolie die de EU vooral via Rotteram importeerde in 2020 worden echter betaald door mensen in Guatemala.
Lucía García Caal (47, niet op de foto) woont in een palmoliegebied. Ze vertelt: “In mijn jeugd waren de bergen groen, de rivieren schoon en ziektes afwezig. Maar sinds de komst van de palmoliebedrijven tien jaar geleden, ziet alles er anders uit. Het water staat stil en het is te vies geworden om van te drinken of de was mee te doen. Het maakt ons ziek: we krijgen huiduitslag of diarree. Onze kinderen krijgen huidziektes, veroorzaakt door de larven. Ouderen sterven van het vele overgeven. Het water is ons leven en het maakt me boos en verdrietig dat er hier niets tegen wordt gedaan. Palmoliebedrijven zijn een lastercampagne tegen ons begonnen, maar we hebben niets misdaan. We verdedigen enkel ons land en onze families.”
Hoewel er zeker Nederlandse bedrijven zijn die al maatschappelijk verantwoord ondernemen, blijkt uit ons onderzoek dat maar 35% van de bedrijven zich zegt te houden aan internationale standaarden hiervoor. Er is in de productieketens van Nederlandse bedrijven nog veel mis is. Denk hierbij aan de import van mangaan, een metaal dat een rol speelt in de energietransitie. In Zuid-Afrika leidt de winning van dit metaal tot gezondheidsproblemen en seksuele uitbuiting onder vrouwen. Of neem palmolie uit Guatemala. Hierboven lees je de impact die productie ervan op het milieu heeft. Daarnaast hebben vrouwen en gemeenschappen te maken met landroof. Mangaan een palmolie worden nog steeds op grote schaal geëxporteerd naar Nederland en gebruikt in onze producten.
Op het internationale niveau zijn er in 2011 richtlijnen gemaakt voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze zijn echter voor bedrijven geheel vrijwillig. Verschillende landen in Europa hebben daarom wetten gemaakt omtrent eerlijk zakendoen, waaronder Frankrijk en Duitsland. In Nederland ligt er een wetsvoorstel gemaakt door zes partijen, terwijl ook het kabinet heeft gezegd met een nationale IMVO-wet te komen. Bedrijven zoals Boskalis lobbyen hard om deze wet tegen te houden. Door deze conservatieve bedrijfslobby en oppositie tegen de wet wordt het steeds spannender of deze wetgeving het gaat halen.
Wij werken er, samen met partnerorganisaties, hard aan om ervoor te zorgen dat de IMVO-wet werkelijkheid wordt. Ook op internationaal niveau blijven wij ons inzetten voor bindende regels voor bedrijven. Waar wij ons specifiek op richten is om ervoor te zorgen dat eventuele regelgeving rekening houdt met vrouwen in het mondiale Zuiden. Deze groep wordt extra hard geraakt door uitbuiting, landroof en vervuiling, omdat zij veelal al een achtergestelde positie hebben. Mensenrechtenschendingen zijn niet gender-blind, dus wetgeving die dit tegengaat moet dat ook niet zijn.
Publieke steun is essentieel voor wetgeving. Jouw stem kan letterlijk en figuurlijk alle verschil maken. Daarom houden wij je graag op de hoogte van de status van de wet, wie er voor en wie er tegen is, en welke organisaties mee-lobbyen voor een eerlijke en duurzame manier van zakendoen. Houd onze nieuwspagina en social media kanalen in de gaten!
Pagina aangepast op 5 maart 2024