Bekijk de video over de landroof in Haïti (Engelstalig):
Meer dan 170 miljoen dollar noodhulp aan Haïti is gebruikt om het Caracol industrieterrein te financieren. In het noorden van Haïti, ver bij het rampgebied, werden met dit geld bedrijven neergezet. Dit gebeurde op vruchtbare landbouwgrond van voedselproducerende boeren.
Hierdoor verloren in totaal 366 families en 720 landbouwmedewerkers hun land en hun bestaan. Ze kregen slechts een paar dagen van te voren te horen dat ze weg moesten. Dit blijkt uit het rapport Building Back Better?
Kysseline Jean-Mary Chérestal, Senior Policy Analyst bij ActionAid USA, zegt:
“Tenminste een kwart van het USAID budget dat na de aardbeving beschikbaar is gesteld werd uitgegeven aan de bouw van het Caracol industrieterrein in een gebied dat ver buiten het rampgebied ligt. Maar in plaats van lokale gemeenschappen te vragen welke type ontwikkelingshulp hen het best zou helpen, is een deel van het meest vruchtbare land in Haïti verloren gegaan en vervangen door beton.”
Cinic Antoine Iréné, een boer die zijn land kwijtraakte toen het Caracol Industrieel Park werd gebouwd, zegt:
“Het land bij Caracol werd gebruikt voor het produceren van voedsel voor het hele noordoosten. Ze hebben nu dit land ingenomen en er beton over gestort. Dit industriepark is het grootste onrecht dat het noordoosten is aangedaan, want ze hadden andere minder vruchtbare plekken kunnen kiezen.”
“Het industrieterrein werd mede gebouwd vanwege de prognoses van 65000 nieuwe banen. Meer er was geen enkel overleg met de lokale bewoners. Vandaag de dag zorgt het bedrijvenpark voor slechts 4500 banen, en de werknemers verdienen een schamel loontje van minder dan 5 dollar per dag – ver beneden wat nodig is om in de dagelijkse behoefte van een familie te voorzien.”
Chérestal vertelt verder:
“Het Caracol industriepark – het vlaggenschipproject van de Amerikaanse ontwikkelingshulp aan Haïti – is een dure fout. Arme boeren zijn nu nog slechter af.”
“Boeren kunnen niet in fabrieken werken – de vaardigheden die ze gebruiken om mais en bonen te verbouwen kunnen ze niet inzetten voor het maken van t-shirts en ondergoed. Maar zelfs als ze dat al zouden kunnen, de salarissen zijn niet eens genoeg om 1 persoon 3 maaltijden per dag te kunnen geven, laat staan een hele familie – het is een hongerloon.”
“Nu Haïti weer aan de rand van een voedselcrisis staat, moeten de Amerikaanse regering en de internationale donateurs investeren in de kleinschalige boeren in Haïti. Die hulp hebben ze nodig om hun land te kunnen voeden. Nu schuiven ze de boeren opzij om zo snel mogelijk geld te kunnen verdienen voor buitenlandse investeerders en de lokale elites.”
ActionAid roept de Amerikaanse overheid op om bij alle ontwikkelingsprojecten de landrechten van de mensen in Haïti te respecteren en te beschermen. De families die door de komst van het industrieterrein hun land zijn kwijtgeraakt moeten bovendien voldoende gecompenseerd worden.