Mohammad Alamgir (35) uit Bangladesh werkt voor ActionAid Afghanistan om op te komen voor vrouwenrechten. Als communicatiemanager is het zijn taak om ervoor te zorgen dat het werk van vrouwen erkenning krijgt en zichtbaar wordt, door casestudies te ontwikkelen, foto’s te nemen en persinterviews te regelen.
Mohammad is geboren en getogen in Bangladesh. Hij liet zijn vrouw en twee jonge kinderen daar achter, omdat Kabul te gevaarlijk voor hen zou zijn. Om de acht tot tien weken gaat hij naar huis.
In Bangladesh nemen vrouwen actief deel aan de maatschappij. Dit staat in schril contrast met Afghanistan, waar vrouwen niet buitenshuis mogen werken en alleen met mannelijke familieleden mogen praten. Het was Mohammad’s droom om hun situatie te verbeteren, ondanks de veiligheidsrisico’s.
“Ze mogen niet naar school, autorijden of buitenshuis werken. Ook mogen ze niet met mannen buiten hun familie spreken. Ik mag dus niet eens praten met de vrouwen die we helpen.”
Afghanistan is een van de gevaarlijkste landen ter wereld. Mohammad is zich daar dagelijks van bewust:
“We hebben geen sociaal leven want we kunnen niet zomaar ergens naartoe gaan. Ondanks dat we onszelf opsluiten weten we dat we nooit veilig zijn. Het is alsof we in een kooi leven.”
Ondanks alle veiligheidsmaatregelen werden in mei 2015 twee collega’s van ActionAid Afghanistan doodgeschoten in het Park Palace Hotel in Kabul. Een paar weken daarna werden medewerkers van een andere non-profitorganisatie vermoord. Toch blijft Mohammad zich inzetten voor vrouwenrechten in Afghanistan.
“In Bangladesh zette ik mij ook in voor vrouwenrechten maar hier is veel meer werk te doen, aangezien de situatie voor vrouwen eerder verslechtert dan verbetert. Ik voel me erg betrokken bij deze kwetsbare vrouwen, dus ik blijf me samen met mijn collega’s van ActionAid inzetten voor hun rechten.”