Na meerdere malen te zijn uitgesteld kwam de Europese Commissie vandaag met haar voorstel voor een Europese gepaste zorgvuldigheidsverplichting voor bedrijven. Het is positief dat de Commissie Europese bedrijven wil verplichten mensenrechten en milieu te respecteren in hun productieketens. Echter mist het voorstel voor een EU-Richtlijn IMVO cruciale elementen om daadwerkelijke impact te hebben daar waar individuen en groepen in kwetsbare situaties het hardst geraakt worden.
Voorstel genderblind
“Zorgwekkend is dat het voorstel van de Europese Commissie volledig genderblind is. Vrouwen worden anders en disproportioneel geraakt worden door schendingen, maar dit is niet in de verplichtingen voor bedrijven opgenomen. Vrouwenrechten zijn mensenrechten, maar zolang er geen concrete stappen voor gendergelijkheid en vrouwenrechten worden opgenomen in wetgeving, zien wij dat er bij bedrijven onvoldoende aandacht voor is.”, aldus Marit Maij, directeur ActionAid.
“Vrouwen en gemeenschappen moeten kunnen deelnemen aan consultaties van bedrijven over het IMVO-beleid. Door dit als halfslachtige verplichting op te nemen in het EU-voorstel zullen genderspecifieke schendingen over het hoofd worden gezien en zullen vrouwen en hun gemeenschappen in het mondiale Zuiden geen positieve verandering ondervinden aan deze wetgeving.”, legt Geiselle Sánchez, vrouwenrechtenspecialist bij ActionAid Guatemala, uit.
Afgezwakte verplichtingen
Het voorstel van de Europese Commissie zet in op een verplichting voor grote bedrijven met meer van 500 medewerkers. Voor bedrijven met meer dan 250 medewerkers geldt de verplichting voor ‘ernstige’ nadelige gevolgen in een handjevol risicosectoren. Hiermee valt een grote meerderheid van de Europese bedrijven buiten de verplichting, maar liefst 99%. Terwijl ook in de productieketens van MKB-bedrijven schendingen voorkomen. Daarnaast is het zorgwekkend dat bedrijven aan de hand van contractuele clausules kunnen voldoen aan hun preventieverplichting. Daarmee loop je het risico dat de verantwoordelijkheid in wezen wordt afgewenteld op de toeleverancier(s). Dit zou zelfs kunnen leiden tot extra barrières voor toegang tot recht.
Marit Maij: “Om echte impact te hebben op vrouwen en gemeenschappen geraakt door bedrijfsactiviteiten is robuuste wetgeving die rekening houdt met vrouwenrechten en in lijn is met de OESO-richtlijnen noodzakelijk. Door in te zetten op afgezwakte verantwoordelijkheden voor bedrijven, worden de problemen waarmee de meest kwetsbare groepen geconfronteerd niet opgelost.”
Nederland moet voortrekkersrol op zich nemen
Alleen inzetten op een langdurig EU-proces doet geen recht aan de vrouwen en gemeenschappen die geraakt worden door schendingen in ketens. Daarom is het positief dat in het coalitieakkoord is vastgelegd dat Nederland nationale IMVO-wetgeving gaat invoeren. Het is zaak dat minister Schreinemacher op korte termijn met een ambitieus wetsvoorstel komt waarin de rechten van vrouwen goed zijn verankerd. Hiermee kan Nederland een voortrekkersrol op zich nemen en het ambitieniveau van het Europese IMVO-traject beïnvloeden.