Salma woont samen met haar man en twee kinderen in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. Ze droomt van een beter leven voor haar kinderen. “Ik wil dat ze gaan studeren en een goede baan vinden, en niet zoals ik in de kledingindustrie hoeven te werken.”
Ze vraagt zich af of de mensen die de kleding kopen, weten hoe weinig textielarbeiders betaald krijgen en onder welke omstandigheden dat gebeurt. “Ik denk niet dat ze zich bewust zijn van onze ellendige werkomstandigheden. Maar de jurken die andere vrouwen dragen om zich mooi te voelen, zijn gemaakt van ons zweet en tranen.”
Naast zwaar werk en lage lonen is ook geweld en (seksuele) intimidatie een veelvoorkomend probleem in de kledingindustrie. “Ik denk dat 30 procent van mijn collega’s hiermee te maken heeft,” zegt Salma. “Maar niemand spreekt erover. De meesten realiseren zich niet eens dat ze worden mishandeld en dat dat niet normaal is.”
Ook verbale pesterijen komen veel voor. “Als we slecht presteren of fouten maken, maken de managers aanstootgevende opmerkingen over ons uiterlijk. Dat gebeurt ook als er iemand zwanger is. Het begint met pesten en eindigt ermee dat je gedwongen wordt om ontslag te nemen.”
Zelf heeft ze ook vreselijke dingen meegemaakt op het werk, inclusief een poging tot verkrachting. Maar ze kan er bij niemand mee terecht. “Als ik het thuis vertel, mag ik niet meer werken en ben ik niet meer financieel onafhankelijk. En als ik het bij mijn manager aankaart, word ik waarschijnlijk net als anderen gevraagd om de fabriek te verlaten.”
Op haar vorige werk vroeg haar manager haar telkens om te blijven na werktijd. Ze weigerde. Tot ze op een ochtend eerder arriveerde, en hij haar met geweld de trappen op sleepte. “Ik dacht dat ik zou worden verkracht,” zegt ze. “Ik ben nooit meer teruggekeerd.”
Net als andere werkneemsters had ze geen idee hoe ze geweld en intimidatie moest rapporteren. Tot ze terecht kwam bij ActionAid’s Workers Café. Daar leerde ze over arbeidswetten, zwangerschapsverlof, en het recht op een veilige werkomgeving met schoon drinkwater. “Als er nu iets gebeurt, dan meld ik dat bij het management. En als zij er niets mee doen, dan stap ik naar de politie,” zegt ze.