Conventionele biobrandstoffen zijn lang als oplossing voor milieuproblemen gepromoot maar zijn schadelijk. Dat komt omdat ze uit voedsel- en landbouwgewassen worden gemaakt zoals suikerriet en palmolie. De grote vraag naar biobrandstoffen zorgt voor toename van ontbossing, landconflicten in Afrika en Zuidoost-Azië. Daarnaast drijft het de wereldvoedselprijzen op. Nederland is binnen de EU de grootste importeur van palmolie. Ook is ons land een van de grootste producenten van biobrandstofstoffen. [2]
Begin, geen oplossing
De EU zet met de nieuwe regels een stap richting het uitbannen van schadelijke biobrandstoffen. Voor Nederland is het dankzij dit EU-besluit mogelijk haar wat ambitieuzere limiet van 5% conventionele biobrandstoffen uit te voeren. Dit betekent dat er nu moet worden ingezet op alternatieven om de duurzame energiedoelen te halen. Anouk van Baalen, campaigner Energie & Grondstoffen bij Milieudefensie: “Het EU-besluit is een begin om palmolie-expansie, ontbossing en landconflicten te stoppen. Duidelijk is dat deze schadelijke biobrandstoffen geen oplossing zijn voor klimaatverandering. De EU zal met haar energie-, en klimaatplannen voor 2030 het afbouwen van het gebruik van biobrandstof in versneld tempo moeten doorvoeren en een einde maken aan het subsidiëren van deze valse oplossing.”
Voedsel voor miljoen mensen
Barbara van Paassen, sr. beleidsadviseur bij ActionAid: “De productie van biobrandstoffen leidt tot landroof en het verdringen van voedsel. Het lijkt een discussie over cijfers maar het gaat over mensen: Uit berekeningen van ActionAid blijkt dat 1% biobrandstof voor de EU in calorieën gelijk staat aan voedsel voor 34 miljoen mensen. In een wereld waarin bijna een miljard mensen honger lijden is het volstrekt onacceptabel dat het voedsel van arme mensen wordt bijgemengd in onze brandstoftanks. Daarom zijn we blij dat er actie wordt genomen en vinden we het belangrijk dat Nederland bij maximaal 5 procent blijft.¨ [3]
Verband eindelijk erkend
Dit EU-besluit betekent een einde aan een jarenlang debat over de onbedoelde en schadelijke gevolgen van het gebruik van biobrandstoffen. Het verband met problemen als landconflicten, ontbossing, stijgende voedselprijzen en klimaatverandering en palmolie, wordt nu ook door de EU erkend.[4] Vooral zuidelijke landen als Indonesië kampen met de negatieve gevolgen van de biobrandstofindustrie.
Indonesiërs opgelucht
Kurniawan Sabar, van WALHI, zusterorganisatie van Milieudefensie in Indonesië zegt: “De Indonesiërs zullen opgelucht zijn dat de EU de vraag naar biobrandstoffen uit palmolie beperkt. Dit heeft voor grootschalige ontbossing van tropisch regenwoud en landroof hier gezorgd. De Indonesische overheid zou een voorbeeld aan de EU moeten nemen en stoppen met de plannen om biobrandstoffen uit palmolie te stimuleren met subsidies.”[5]
Stoppen
Milieudefensie en ActionAid roepen de EU en Nederland op om na deze eerste stap, nu ook snel een volgende te nemen en het gebruik van biobrandstoffen die concurreren met voedsel te stoppen na 2020.