In Afrikaanse wetgeving is een weerspiegeling te zien van de versmelting van koloniale en inheemse invloeden. Vandaar dat ook wel wordt gesproken van “hybride” wetgevingssystemen: wetgevingssystemen die bestaan uit verschillende en soms botsende wet- en regelgeving. In Zuid-Afrika is er bijvoorbeeld sprake van een combinatie van zowel common law, oftewel ongeschreven recht dat is gebaseerd op gewoonten, als civil law, oftewel continentaal recht dat is vastgelegd in wetten en regels. Ook spelen regionale invloeden een rol. Zo is er het Afrikaanse Handvest voor de Rechten van de Mens, een internationaalrechtelijk instrument dat mensenrechten als vrijheid van discriminatie en het recht op onderwijs, gezondheid en voedsel promoot.
 
Betere belangenbehartiging van lokale gemeenschappen in de Afrikaanse mijnbouwwetgeving ©ActionAid

De complexiteit van de verschillende rechtssystemen in Afrika maken het er niet makkelijker op om tot regels te komen die inclusieve ontwikkeling bevorderen en om die regels ook daadwerkelijk te implementeren. Daarom is het voor multinationale ondernemingen echter juist verleidelijk om zich te vestigen in Afrika; er zijn geen eenduidige regels waar ze zich aan moeten houden.

Belang van duurzaamheid in de mijnbouw

Doordat bedrijven een aanzienlijke impact hebben op zowel klimaat als de levensomstandigheden van arbeiders en omwonenden zouden  “sociaal verantwoordelijk ondernemen”, “transparantie”, “verantwoordelijkheid” over de impact van de bedrijfsvoering en “duurzaamheid” in het woordenboek van mijnbouwbedrijven moeten voorkomen. Problematisch is echter dat grondstoffen die niet onuitputtelijk zijn weinig te maken hebben met duurzaamheid. Duurzaam handelen zou in de mijnbouwcontext dan ook voornamelijk gaan om het minimaliseren van de negatieve impact op de lokale bevolking en het milieu en het maximaliseren van de sociaaleconomische ontwikkeling van mijnbouwinvesteringen.

 
Duurzaamheid en mijnbouwactiviteiten gaan allesbehalve goed samen. Vervuiling door mijnbouwactiviteiten in de Odzi Rivier – Anjin Diamonds, Zimbabwe. © ZELA

De lokale bevolking, en met name vrouwen, heeft veelal geen stem in de mijnbouwwetgeving, omdat kennis, contacten en middelen om toegang te krijgen tot de regering of mijnbouwbedrijven niet aanwezig zijn. Ook worden vrouwen  door de laatstgenoemden niet als onderhandelingspartner erkend. Dit is problematisch, aangezien het ertoe leidt dat bedrijven de vrije hand hebben in het wel of niet respecteren, implementeren en “handhaven” van de regels. In de praktijk betekent dit dat er weinig overblijft van het verminderen van de negatieve impact op lokale gemeenschappen.

Het doel van het MML-project van ActionAid

Hoog tijd dat dit wordt aangepakt. Een alliantie die hier iets aan tracht te doen is het netwerk IANRA:  een continentaal netwerk van zesentwintig non-gouvernementele en lokale organisaties, waaronder ActionAid Nederland. IANRA combineert empowerment van lokale gemeenschappen met onderzoek en lobbywerk om zo gezamenlijk tot een eerlijk en zo duurzaam mogelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen te komen. Doel van het Model Mining Legislation Project waar aan wordt gewerkt (gefinancierd door de Europese Unie) is het stimuleren van “beter” beleid in de mijnbouwsector op zowel regionaal, nationaal als lokaal niveau. Concreet betekent dit beleid waarin:

  • Transparantie wordt gewaarborgd
  • Er wordt bijgedragen aan inclusieve en duurzame groei
  • Ontwikkeling en de rechten van de lokale bevolking en specifiek van vrouwen worden beschermd
 
International Alliance on Natural Resources in Africa (IANRA), het netwerk dat belangen van lokale gemeenschappen behartigt in de mijnbouwindustrie.

Input van lokale gemeenschappen essentieel

De organisaties die deel uitmaken van IANRA hebben besloten dat lokale partners samen met de gemeenschappen in vijf Afrikaanse landen (Angola, Democratische Republiek Congo, Kenia, Zimbabwe en Zuid-Afrika) onderzoek doen naar de effecten van grootschalige mijnbouw. De bevindingen en getuigenissen van de leden van de gemeenschappen zijn vastgelegd in case studies.

De rode draad in de onderzoeksresultaten is dat de bestaande wetgeving tekortschiet in het informeren en consulteren van gemeenschappen over nieuwe mijnbouwprojecten. Ook worden gemeenschappen niet gevrijwaard van eventuele schade door mijnbouw, vervuiling en landonteigening en is er geen sprake van compensatie als er toch sprake van schade is. Op basis van de onderzoeken heeft een groep deskundigen uit het IANRA-netwerk samen met de gemeenschappen een lijst opgesteld van punten waar een goede wet aan moet voldoen. Juristen van binnen en buiten het netwerk gebruiken de lijst nu als basis om een “modelwet” te formuleren. Deze wet –of onderdelen daarvan- wordt hopelijk in de toekomst door de Afrikaanse Unie geadopteerd als model dat Afrikaanse landen kunnen gebruiken om hun eigen wetgeving te verbeteren.

Empowerment van vrouwen door kennisontwikkeling en weerbaarheidstrainingen

Een positieve ontwikkeling van het MML project is dat na twee jaar van workshops, trainingen en kennisontwikkeling en –uitwisseling lokale gemeenschappen vaker de dialoog durven aangaan met mijnbouwbedrijven die eerst onbereikbaar leken. Hierin worden ze begeleid door lokale partners van ActionAid, zoals ZELA (Zimbabwe) en Bench Marks Foundation (Zuid-Afrika). Lokale gemeenschappen zijn beter op de hoogte van hun rechten en daarom beter in staat om deze rechten daadwerkelijk te claimen. Dit geldt ook voor de vrouwen in de gemeenschap: waren er eerst nog voornamelijk mannen die deelnamen aan de trainingen, nu zijn er meer participerende vrouwen in bijvoorbeeld de Magobading-gemeenschap in Zuid-Afrika.

Er zijn tevens leden van de Magobading-gemeenschap die de lokale impact van de mijnbouwactiviteiten op het milieu in kaart brengen. Zo wordt duidelijk waar mijnbouwbedrijven de fout ingaan en waar ze op aangesproken dienen te worden. Dit is van essentieel belang, want alleen zo kan de verstorende werking van mijnbouwbedrijven op de relatie tussen mens en milieu een halt worden toegeroepen.

 
Een beraad tussen de Sekuruwe-gemeenschap en leden van IANRA in Zuid-Afrika.

Hoe nu verder?

Begin november was er een belangrijke meeting in Johannesburg waarin alle resultaten van de case studies werden geëvalueerd en er samen met de Afrikaanse Unie en met internationale collega’s werd gekeken naar de vervolgstappen voor het laatste jaar van het MML project. De manier van werken is cruciaal voor het behalen van positieve resultaten. Er is een constante dialoog gaande tussen de lokale gemeenschappen, de partners en ActionAid om samen tot het best mogelijke resultaat te komen: mijnbouwwetgeving waarin de belangen van de lokale bevolking een centrale plaats innemen. Wie weet wordt dan eindelijk de vloek van de grondstoffen voor de lokale bevolking opgeheven en hebben ze op de lange termijn zelfs profijt van de grondstoffen die hun land rijk is.