Home - Actueel - Eerlijk zakendoen - Luanda leaks: wetgeving over mensenrechten is hard nodig

Luanda leaks: wetgeving over mensenrechten is hard nodig

Nu bekend is dat met Nederlandse steun de mensenrechten in Angola worden geschonden, moet het kabinet snel meer eisen stellen aan bedrijven in den vreemde. Dat schrijft Kelly Groen in de Trouw.

Dit bericht verscheen op 28 januari 2020 in Trouw.

In Zambia voert ActionAid actie voor eerlijke mijnbouw en bescherming van mijnbouwgemeenschappen. © Kadir van Lohuizen/NOOR voor ActionAid
Febby draagt met haar baby op haar rug water naar haar kleine stukje grond dat nu omringt wordt door de kopermijn Tsopane in Zambia. Mijnbouw heeft een grote impact op de omwonenden door vervuiling van lucht, water en grond. Wetgeving kan aan dit soort praktijken een einde maken. © Kadir van Lohuizen/NOOR voor ActionAid

In het regeerakkoord van Rutte III is opgenomen dat het huidige kabinet zal gaan besluiten of dwingende maatregelen nodig zijn om Nederlandse bedrijven actief in het buitenland mensenrechten te laten respecteren. De openbaringen in de ‘Luanda Leaks’, waarbij mensenrechtenschendingen in Angola worden gelinkt aan de bedrijfsactiviteiten van Van Oord, ING en Atradius (Trouw, 20 januari), laten zien dat zulke maatregelen niet langer op zich kunnen laten wachten.

Zal de betrokkenheid van deze drie bedrijven bij geweld en landroof in Angola het kabinet eindelijk doen inzien dat wetgeving de enige weg is om dit onrecht te stoppen? Dit is namelijk niet de eerste keer dat een Nederlands bedrijf wordt gelinkt aan mensenrechtenschendingen in de armste landen ter wereld. Zo konden we vorig jaar bijvoorbeeld lezen over de investeringen van de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO in een project met gruwelijke werkomstandigheden voor Congolezen, over de betrokkenheid van Nederlandse bedrijven bij de vernietiging van de Amazone en onderbetaling van personeel in de bloemensector in Kenia.

Nederlandse bedrijven zijn betrokken

Ook ActionAid ziet regelmatig mensenrechtenschendingen in de gemeenschappen waar wij werken. Voorbeelden zijn vervuiling en gezondheidsproblemen door kopermijnbouw in Zambia, landroof in Sierra Leone medegefinancierd door diezelfde FMO, en seksueel geweld en intimidatie in speelgoedfabrieken in China. Vrouwen, die in deze landen een achtergestelde positie innemen, worden daardoor in deze zaken op disproportionele wijze getroffen.

Keer op keer blijken Nederlandse en Europese bedrijven betrokken: als investeerder, als afnemer of als moederbedrijf. De ambities van het kabinet als mensenrechtenkampioen, verdediger van gendergelijkheid en voorloper op het gebied van eerlijk zakendoen ten spijt.

Zowel Van Oord als ING geeft in een reactie op de Luanda Leaks aan dat het bedrijf niet op de hoogte was van de landroof. Dit is precies het knelpunt. Hadden deze bedrijven zich gehouden aan internationaal afgesproken standaarden, dan waren ze wél op de hoogte geweest. Deze standaarden vragen namelijk van bedrijven om de risico’s voor mens en milieu in hun hele keten in de gaten te houden en stappen te nemen om deze te voorkomen.

Extra voorzichtigheid bij investeringen

In een land als Angola, met hoge ongelijkheid, veel corruptie en een geschiedenis van conflict, laat een snelle internetzoektocht al zien dat extra voorzichtigheid bij investeringen en activiteiten geboden is.

Het kabinet vraagt van bedrijven die internationaal opereren om mensenrechten te respecteren. Maar zonder de stok achter de deur van wetgeving, gebeurt dit amper. Uit een meting afgelopen jaar bleek dat slechts 30 procent van de grote bedrijven deze internationale mensenrechtenstandaarden daadwerkelijk gebruikt. Dit laat een groot gat van 70 procent. Dat is wat we terugzien in de berichtgeving.

Zolang het kabinet de bedrijven beleefd blijft vragen of ze alsjeblieft mensenrechten willen respecteren, zullen dit soort schandalen blijven voorkomen. Andere landen, zoals Frankrijk, gingen Nederland voor en introduceerden mensenrechtenwetgeving voor bedrijven die in het buitenland opereren om schendingen te voorkomen. Ook op VN-niveau ligt er een enorme kans om dit aan te pakken: het verdrag ‘Mensenrechten & Bedrijfsleven’.

Met de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 in zicht, rest het kabinet niet veel meer dan een jaar om deze veranderingen door te voeren. Het is tijd om de dwingende maatregelen, die zijn beloofd in het regeerakkoord, door te voeren.

Over de auteur

Kelly is beleidsmedewerker bij ActionAid Nederland en werkt op het thema eerlijk zakendoen. Door middel van lobby en campagnes zet zij zich in voor sterke regelgeving, om te zorgen dat bedrijven mensenrechten respecteren in productieketens wereldwijd. Vrouwenrechten staan hierbij centraal.

Neem contact op met Kelly

Beleid – en Campagnemedewerker

020-5206210

kelly.groen@actionaid.org