Home - Actueel - Ongelijkheid - Reactie op besluit ministerraad over Feministisch Buitenlandbeleid

Reactie op besluit ministerraad over Feministisch Buitenlandbeleid

Vandaag kondigden de ministers Wopke Hoekstra en Liesje Schreinemacher aan dat Nederland een Feministisch Buitenlandbeleid gaat voeren. Steeds meer landen in de wereld voeren en buitenlandbeleid dat expliciet feministisch is. Met deze zet volgt Nederland in de voetsporen van o.a. Zweden, Canada, Frankrijk, Mexico en recent ook Duitsland. Nederland, dat al jaren als koploper wordt gezien op gebied van vrouwenrechten en gendergelijkheid, zet hiermee een enorm belangrijke vervolgstap 
 

De aankondiging volgt op een onderzoek naar de kansen van een Feministisch Buitenlandbeleid voor Nederland dat vorig jaar op verzoek van de Eerste Kamer is uitgevoerd. Dit onderzoek concludeert onder meer dat er in het huidige beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ruimte is voor meer ambitie en consistentie voor wat betreft vrouwenrechten en gendergelijkheid. Positief is dan ook dat het aangekondigde Feministische Buitenlandbeleid gaat inzetten op de volle breedte van het buitenlandbeleid en naast gendergelijkheid aandacht zal besteden aan het bestrijden van ongelijkheid in algemene zin.  

Directeur ActionAid, Marit Maij: “Het is baanbrekend dat Nederland nu actief gaat inzetten op een Feministisch Buitenlandbeleid, zeker nadat minister Hoekstra begin dit jaar aangaf een feminist te zijn. ActionAid kijkt uit naar de invulling, hoe het kabinet ook daad bij woord voegt. 

De invoering van Feministisch Buitenlandbeleid biedt Nederland de kans om de grondoorzaken van groeiende structurele ongelijkheden en discriminatie aan te pakken 

Maij: Om een structurele verandering in de positie van vrouwen en gemarginaliseerde groepen wereldwijd te bewerkstelligen, is het nodig om oneerlijke machtsstructuren te doorbreken door besluitvorming veel inclusiever te maken. Vrouwen en andere systematisch gemarginaliseerde groepen moeten meebeslissen hoe nationaal en internationaal beleid wordt vormgegeven.”  

Maij:  “Het is van groot belang dat Nederland dit beleid breder invoert dan alleen voor het buitenlandbeleid. Andere ministeries hebben vaak een grote, en soms negatieve, invloed op landen in het mondiale zuiden. Zolang Nederland bijvoorbeeld oneerlijke handel of belastingontwijking niet aanpakt, ondermijnt het de doelstelling van het feministische buitenlandbeleid van het ministerie van Buitenlandse Zaken. 

Maij: Buitenlandbeleid is pas feministisch wanneer het inzet op gelijkheid voor iedereen wereldwijd en oneerlijke machtsstructuren doorbreekt. Het is beleid dat mens en klimaat vooropstelt en dat zorgt voor een eerlijkere mondiale verdeling van macht en welvaart.”   

Het is van cruciaal belang dat in de verdere uitwerking en consultaties aandacht is voor dit bredere perspectief en wordt ingezet op structurele verandering.