Home - Actueel - Eerlijk zakendoen - Long Read – Who owns the land: wat hebben feministische economen erover te zeggen?

Long Read – Who owns the land: wat hebben feministische economen erover te zeggen?

Tijdens de 16 days of activism tegen geweld tegen vrouwen op de werkvloer, geven wij bij ActionAid speciale aandacht aan geweld binnen een van de oudste beroepen ter wereld: die van de boerin. Lees deze blog bijvoorbeeld over de babaçu verzamelaars en hun gevecht voor toegang tot land en hun levenswijze. Als je in een stad woont kan zoiets als ‘landrechten’ ver van je bed en vaag voelen. Maar wanneer je er met een feministisch geschiedenis en economisch blik naar kijkt, is het duidelijk hoe belangrijk landrechten zijn in het verhaal van gendergelijkheid. Door middel van deze blog zullen we eerst kijken, naar hoe het moment dat land een privé bezit werd, dit lot ook aan vrouwen werd toebedeeld en genderongelijkheid mogelijk werd. En daarna kijken wat dit ons 10.000 jaar later mee heeft opgezadeld aan genderongelijkheid, plus natuurlijk wat we eraan kunnen doen volgens feministische economen.

 

Wanneer is sexisme begonnen?

Wanneer is sexisme eigenlijk begonnen? Dit is een vraag waar feministisch economische geschiedenis naar kijkt. Van het idee dat genderongelijkheid er altijd al is geweest en dat de verhoudingen tussen verschillende genders alleen maar beter wordt, klopt volgens hen niets. Zo werkt de geschiedenis gewoon niet. De loop van geschiedenis is niet een stijgende lijn alsof we al millennia een berg beklimmen, maar meer een heuvelig pad, met periodieke diepe dalen en hoge pieken.  De geboorte van het privé bezit is volgens feministische econoom Victoria Bateman het moment dat sexisme begon. Tienduizend jaar geleden tijdens een van de grootste mijlpalen in onze geschiedenis als mensheid. Namelijk de eerste keer dat we ons op één plek vestigde om als boeren het land te zaaien en te oogsten. Hier aan voorafgaand waren mensen nomadisch, voortdurend op pad om de migratie van dieren te volgen. Levensonderhoud tijdens dit nomadisch bestaan was afhankelijk van de bewegingsvrijheid van beide mannen en vrouwen om voedsel te verzamelen. Tijdens het nomadisch bestaan was het ook niet mogelijk om veel bezittingen met je mee te slepen. Alleen het essentiële voor overleving bezaten mensen. Met het vestigen op een plek en het boeren bestaan konden we meer hebzuchtig worden en begonnen we dingen te produceren: textiel, keramiek en metalen artikelen.

Niet de hele tijd op pad te hoeven zijn, lekker mooie spulletjes kunnen bezitten en de zekerheid dat dit bestaan met zich meebracht waren mogelijk erg fijn. Behalve dan dat dit ook gepaard ging met enkele andere ontdekkingen die de bewegingsvrijheid en arbeidswaarde van vrouwen sterk limiteerde. Dit waren de ontdekking van het vaderschap (of hoe baby’s gemaakt worden en hoe een man zijn genen doorgeeft) en de ontwikkeling van de ploeg die leidde tot een strikter verdeling van het werk nodig om in levensonderhoud te voorzien gebaseerd op kracht. Met het vaststellen van vaderschap, het idee van privé bezit (waar vrouwen door de ontdekking van vaderschap ook onder begonnen te vallen) en het feit dat vrouwen nu tot het huis behoorden[1]  begon genderongelijkheid sterk toe te nemen. Wie en hoe we het land bewerken heeft dus al gedurende de laatste 10.000 jaar tot heden besloten wat de verhoudingen zijn tussen man en vrouw.

Connecties tussen onderdrukking van vrouwen en uitbuiting natuur

Volgens Bina Agarwal, een feministisch ontwikkelingseconoom, is de historische concentratie van bezit, in de vorm van land, bij mannen een belangrijke aanjager van de genderkloof.[2] “Er zijn belangrijke connecties tussen de onderdrukking van vrouwen en de overheersing en uitbuiting van de natuur. Beide het milieu en zorgarbeid hebben gedeelde karakteristieken: ze worden voor lief genomen,  zijn ondergewaardeerd en worden geen waarde toebedeeld in nationale budgetten. Als resultaat lopen beide het risico op uitputting en wordt ons vermogen om te leven op deze aarde verminderd.[3]

10.000 jaar later en we zitten in 2019 nog steeds of alweer met wereldwijde genderongelijkheid en de vraag hoe dit op te lossen. Wereldwijd wordt meer dan de helft van ons voedsel door vrouwen geproduceerd. Vrouwen zijn, vooral in lage inkomenslanden, de voornaamste zorgverleners van families én centraal in het verzorgen van voedselzekerheid op huishoudniveau. Onder de armste bevolkingsgroepen wordt zelfs 90 procent van de voedsel door vrouwen geproduceerd.[4] Desondanks zijn vrouwen nog vaak ‘onzichtbaar’ in de voedselketen. En in veel landen hebben vrouwen niet dezelfde toegang tot (en controle over) land als mannen. Dat betekent ook dat vrouwen niet als boeren worden erkend en daardoor geen toegang hebben tot krediet en ondersteuning.

 

Grootschalige agribusiness en landonteigening

Grootschalig agribusiness maken gebruik van deze ongelijkheid om land te stelen van vrouwen die ‘officieel’ geen recht tot het land dat ze bewerken hebben. Landrechten van vrouwen staan steeds meer onder druk vanwege de vraag naar exportgewassen, bijvoorbeeld voor de productie van biobrandstoffen. Volgens de ‘Right to Food and Nutrition Watch’ illustreert het “land gestolen voor grootschalig agribusiness onze obsessie met winst en vernietigt levensonderhoud en lokale kennis.”[5] Investeerder in agribusiness, veelal uit het buitenland, onderhandelen vaak alleen met regeringen, nationale bedrijven en lokale leiders. Vrouwen worden niet gehoord, zelfs als het om het land gaat dat zij al generaties bewerken voor hun levensonderhoud. Deze concentratie van land in handen van een paar grote multinationals wordt ook nog eens aangemoedigd door de Wereldbanks project ‘Enabling the Business of Agriculture’ (EBA) die landen dwingt om hun wetten en beleid te formaliseren op prive eigendomsrechten. Dit blijft een enorme uitdaging vormen voor het veiligstellen van landrechten van vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen.[6]

Feministische economen raden aan om onze traditionele focus op economische groei te vervangen met een bredere visie op de economie die beide welzijn en duurzaamheid omarmd, hiervoor zijn de kern termen ‘social provisioning’ en ‘social reproduction.’ Social provisioning houd in dat zorg en onbetaald werk ook gezien worden als fundamentele economische activiteiten en dat welvaart gebruikt wordt om economische succes te meten. Daarnaast wordt door het begrip social provisioning een analyse van macht en verschillen tussen klassen, etniciteiten en andere factoren naast ethische waarden en normen centraal gesteld in de economie. [7] Social reproduction houd de voorzieningen in van biologische reproductie (dus het maken van baby’s en ‘nieuw arbeid’) en alle vormen van zorg (seksueel, emotioneel, vrijwilligers werk voor de maatschappij etc.) die nodig zijn om in onze maatschappij de onderlinge sociale relaties te reproduceren die past bij ons cultuur en ideologie.

 

Economie die werkt voor vrouwen

Binnen ActionAids verschillende beleidsterreinen zijn wij bezig met werken naar een economie die zowel welzijn als duurzaamheid voorop zetten. In ons landrechten werk pleiten we voor gelijke landrechten voor iedereen waarbij vrouwen hun recht op land kunnen opeisen en waarbij vrouwen ook controle over hun eigen land hebben. Specifiek werken we hard aan het realiseren van een ‘just transition’ waarin vrouwen zeggenschap hebben over wat er op hun land gebeurt. Doormiddel van (onder andere) een verschuiving van grootschalig agribusiness naar agro-ecologie willen wij gendergelijkheid en een eerlijk en duurzame omgang met het land bevorderen (lees meer hier). Daarnaast met ons werk richting de Wereldbank over hun beleidsadviezen op bezuinigingen, flexibilisering en public-private partnerships, en richting overheden over belastingontwijking willen we ervoor zorgen dat zorgtaken eerlijker verdeeld worden tussen mannen en vrouwen en de staat door middel van betere ‘gender-responsive’ publieke voorzieningen (lees meer hier).

Wil jij je aansluiten bij het vechten voor deze oplossingen en een feministische economie helpen realiseren, schrijf je in als vrouwenrechten campaigner!

 

[1] Door Bateman de drie ‘P’s genoemd voor Paternity, the Plough and Property

[2]  Bateman, V. (2019). “The Sex Factor: How Women Made the West Rich.” Cambridge: Polity Press, p41

[3]  (Bateman, 2019), p 31

[4] ILO. (2018). “Empowering women in the rural economy”

[5] Global Network for the Right to Food and Nutrition. (2019). “Right to Food and Nurition Watch: Women’s Power in Food Struggles”

[6] New Economics Foundation. (2018). “Public land is a feminist issue.” https://neweconomics.org/2018/08/public-land-is-a-feminist-issue

[7] Power, M. (2004). “Social Provisioning as a Starting Point for Feminist Economics.” Feminist Economics, 10: 3, 3 — 19